7. M1DDELEN
7.1 Capaciteit
ledere gemeente in Fryslan zal in meer of mindere mate ambtelijke capaciteit beschikbaar moeten
stellen te behoeve van de transitie en de samenwerking daarbinnen.
7.2 Financien
De exacte omvang van de landelijke budgetten voor alle vormen van jeugdzorg samen zijn nog met
bekend. Ook wordt er nog onderhandeld over het verdeelmodel en de daarbij behorende financiele
arrangementen. Dit houdt in dat nog niet bekend is welke middelen voor Fryslan per gemeente
beschikbaar komen.
Er zijn wel een aantal opties te benoemen om de mogelijk benodigde kosten voortvloeiend uit het
procesplan transitie jeugdzorg te financieren:
a. Invoeringsbudget transitie jeugdzorg
In het bestuursakkoord staat dat er landelijk een invoeringsbudget beschikbaar komt van 16 miljoen
in 2012 en 48 miljoen in 2013. Een deel van de 16 miljoen zal worden gebruikt voor de financiering
van onderzoek, experimenten en het transitiebureau. Een ander deel zal ten goede komen aan de
gemeenten en provincies voor reeds te maken invoeringskosten. Over de precieze
verdeling vindt in oktober 2011 nog bestuurlijk overleg plaats. Het voor de gemeenten
beschikbare geld zal in 2012 via een decentralisatie-uitkering worden verstrekt.
In het bestuursakkoord zijn ook bedragen genoemd voor de uitvoeringskosten. Hierbij gaat het
landelijk om 35 miljoen in 2014 oplopend tot 55 miljoen in 2016 en volgende jaren. De afbakemng
met de invoeringsbudgetten voor de AWBZ is echter nog niet helemaal helder.
De bestuurders zullen te zijner tijd een beslissing moeten nemen om het benodigde budget voor de
transitie jeugdzorg te financieren.
b. CJG budget
In paragraaf 5.9 van de meicirculaire 2011 is de decentralisatie-uitkering Centra voor
jeugd en gezin beschreven. De verdeling van 359,2 miljoen over de gemeenten is
later via internet bekend gemaakt. De hoogte van de CJG uitkering voor 2012 zal ongeveer gelijk
zijn aan die van afgelopen jaar. Er wordt een voorstel gedaan om ook de aan te stellen CJG-Stiper
te financieren uit CJG-middelen. Verwachting is dat er in het CJG budget niet veel ruimte zit.
7.3 Financiele risico's
Gezien de opdracht de groei in het gebruik van de jeugdzorg een halt toe te roepen, een
bezuiniging van ongeveer 10% door te voeren, en eigen bijdragen te gaan innen, zal er van meet af
aan gestuurd moeten worden op de financiele beheersbaarheid. Een en ander is echter alleen te
realiseren als er ook daadwerkelijk een kanteling in de werkwijze van de instellingen plaats vmdt en
er een goed beeld is van de omvang van de problematiek en doelgroep.
Het rijk heeft nog geen zicht op de cumulatieve effecten van de verschillende operaties.
Het rijk gaat ervan uit dat de 90 miljoen die alle provincies voor jeugdzorg inzetten vanaf 2014
voor de gemeenten beschikbaar komen. Bovenop de rijksbijdrage zet de provincie Fryslan op dit
moment jaarlijks uit eigen middelen 4 miljoen euro in voor de jeugdzorg. Dit betekent dat de Fnese
gemeenten naast de bezuiniging van 10% op het totale jeugdzorgbudget geconfronteerd worden met
een extra bezuiniging voor Fryslan. Het is wenselijk om met de provincie in gesprek te gaan over de
beschikbaarheid en besteding van de 4 miljoen voor de komende periode tot en met 2016.
Belangrijk aandachtspunt daarbij is de inzet op efficiency in de komende jaren.
De uitwerking in het wetgevingstraject kan nog tot maatregelen leiden die de
sturingsmogelijkheden voor gemeenten beperken, zoals rechten op PGB's (persoonsgebonden
budget).
15