beschikbare politiecapaciteit door de gewijzigde beheersverantwoordelijkheid naar landelijke prioriteiten gaat. In het periodieke overleg tussen de minister en de regioburgemeesters/college van Procureurs-generaal heeft de minister toegezegd om waar mogelijk aan deze bezwaren tegemoet te willen komen. Voor de overgangsfase hebben de minister, het Korpsbeheerdersberaad en het college van Procureurs-generaal de volgende uitgangspunten geformuleerd: 1Er mogen geen onomkeerbare stappen worden gezet; 2. Tijdens de verbouwing gaat de verkoop door en moeten de politieprestaties worden verbeterd. Uitgangspunt is dat het primaire politiewerk geen tot weinig last van de reorganisatie van het politiebestel ondervindt en; 3Het ontwerpen van een toekomstbestendige politieorganisatie vraagt om een zorgvuldig vormgegeven verandertraject. Bij het ontwerp, de voorbereiding en de realisatie zal zowel binnen als buiten de organisatie naar een breed draagvlak worden gezocht. Inmiddels heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel behandelt en zal de nieuwe Politiewet per 1 September dan wel 1 oktober a.s. gepubliceerd kunnen worden in de Staatscourant. In verband met het doorlopen van de benoemingsprocedure ten behoeve van de nieuwe korps- en regioleidingen zal het ongeveer 3 maanden duren alvorens de zgn. 'Dag 1', de start van de Nationale Politie, daadwerkelijk plaats vindt. Op 1 januari 2013 zouden dan de sturingslijnen en bijbehorende verantwoordelijkheden worden omgezet. Voor deze datum moeten een aantal producten en werkwijzen ingevoerd zijn om de overgang soepel te laten lopen en om als een nationaal korps te kunnen functioneren, waaronder dit regionaal beleidsplan 2013-2014 Noord-Nederland. Vervolgens wordt het realisatieplan uitgevoerd en start ook de personele reorganisatie. Het zal dan ook nog enkele jaren duren alvorens de reorganisatie helemaal is afgerond. 1.2 De bestuurlijke betrokkenheid In artikel 3 van de wet staat de taak van de politie als volgt omschreven: "De politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegde gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven". De taakomschrijving van de politie is in de huidige en nieuwe Politiewet identiek. Omdat de politie, met inachtneming van de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit gewelu kan gebruiken (geweldsmonopolie) is het essentieel dat de politie met dit zware middel haar taken ondergeschikt aan het gezag uitvoert en over de uitvoering verantwoording aflegt aan democratisch gekozen organen dan wel aan de in de wet genoemde instanties. Rol van de burgemeester en officier van justitie Volgens de wet blijven de gezagsverhoudingen ongewijzigd: de burgemeester blijft lokaal verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde en de veiligheid en de officier van justitie voor de straffechtelijke handhaving. In de relatie tot de minister betekent een en ander dat de minister (vanuit zijn beheersverantwoordelijkheid) bepaalt wat de politie kan en het gezag bepaalt wat de politie doet. Indien blijkt dat de vraag (gezag) het aanbod (beheer) overtreft, is het aan de gezagsdragers om keuzes te maken en prioriteiten te stellen. De beheerder is verantwoordelijk voor het scheppen van randvoorwaarden die de politie in staat stellen te voldoen aan de door de gezagsdragers geformuleerde prioriteiten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2012 | | pagina 108