Artikel 3. Samenstelling referendumcommissie 1De raad kan een onafhankelijke referendumcommissie instellen en benoemt en ontslaat haar leden. 2. De referendumcommissie bestaat uit vijf leden en kiest uit haar midden een voorzitter. 3. Voor de besluitvorming is een quorum vereist van drie leden. Bij het staken van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. 4. De commissie wordt ondersteund door de griffier of een door de griffier aan te wijzen medewerker van de griffie. 5. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan. 6. De leden worden benoemd per te houden referendum. Aftredende leden kunnen worden herbenoemd. Artikel 4. Taken referendumcommissie 1Indien een commissie als in lid 3 is ingesteld, hij zij tot taak heeft: a. de raad te adviseren over de toepassing van artikel 2; b. de raad een voorstel te doen voor de vraagstelling van een referendum; c. toezicht te houden op de uitvoering van de verordening en de organisatie van het referendum; d. toezicht te houden op de objectiviteit van de door de gemeente te verstrekken voorlichting; e. de raad te adviseren over de verdeling van het subsidieplafond bedoeld in artikel 9, tweede lid; en f. de raad te adviseren over de evaluatie van gehouden referenda en van voorstellen en verzoeken die niet tot een referendum hebben geleid. 2. De commissie adviseert voorts gevraagd en ongevraagd over aanpassingen van deze verordening, over de bij referenda en referendumverzoeken te volgen procedure en over alle overige zaken die het referendum betreffen. 3. De adviezen van de commissie zijn openbaar. Artikel 5 Initiatief van de raad 1De raad kan besluiten tot het houden van een referendum. 2. Het bepaalde in artikel 8 en volgende is van overeenkomstige toepassing. Artikel 6. Inleidend verzoek 1Een inleidend verzoek om een referendum te houden wordt uiterlijk een week voor de plenaire behandeling van het concept raadsbesluit bij de raad ingediend. Het verzoek is voorzien van een dagtekening en vermeldt om welk concept besluit het gaat. 2. Het verzoek wordt ondersteund door ten minste 1% van de kiesgerechtigden, met een minimum van 50 handtekeningen. In geen geval zijn meer dan 125 handtekeningen vereist. Elke handtekening gaat vergezeld van een daarbij behorende naam, adres, woonplaats en geboortedatum. 3. De in het tweede lid bedoelde ondersteuningsverklaringen worden geplaatst op een daartoe door het college verstrekt standaard formulier, dat ter ondertekening op het gemeentehuis ligt. Bij het plaatsen van een handtekening op een lijst dient de kiesgerechtigde zich te legitimeren met een geldig identiteitsbewijs. 4. Indien het verzoek voldoet aan het bepaalde in de voorgaande leden, beslist de raad, met in achtneming van artikel 2, of het verzoek tot het houden van een referendum wordt ingewilligd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2012 | | pagina 89