Toelichting
De verordening is geschreven vanuit de duale verhoudingen. Dit is de reden dat de opmerking
"gelezen het voorstel van het college van (datum), nr.inzake referendum niet in de
considerans is opgenomen. Een referendum verordening waarbij de mogelijkheid wordt
gegeven een referendum te organiseren over een concept raadsbesluit is bij uitstek een
instrument van de raad. In de praktijk wordt dan ook regelmatig een referendumverordening
middels het initiatiefrecht op de agenda van de raad geplaatst.
In de verordening worden diverse taken niet gedelegeerd aan het college maar aan de raad (cq
griffie) gelaten. De organisatie en uitvoering van het referendum zelf, nadat duidelijk is dat dit
er komt, ligt uiteraard wel bij het college.
Dat het initiatief voor het vaststellen van de verordening bij de raad ligt neemt niet weg dat
het gewenst kan zijn advies te vragen aan het college. Deze zal immers de organisatie en
uitvoering ter hand moeten nemen. Doorgaans zijn lokaal afspraken gemaakt over de
mogelijkheid voor het college om te adviseren bij initiatieven vanuit de raad.
Artikel 1. Begripsbepalingen
a. en b. Deze artikelen behoeven geen toelichting.
c. Wat betreft de kiesgerechtigden is aangesloten bij degenen gerechtigd zijn deel te nemen
aan de raadsverkiezingen. Dit is geregeld in artikel B3 en artikel J1 van de Kieswet. Een
referendum is alleen mogelijk binnen het grondgebied van de eigen gemeente.
Artikel 2. Referendabele besluiten
Alleen concept besluiten van de raad kunnen onderwerp van een referendum zijn. De
besluiten genomen door het college of door de burgemeester zijn niet referendabel (op grond
van deze verordening, deze bestuursorganen kunnen desgewenst zelf een referendumregeling
opstellen). Een aantal onderwerpen waarover de raad een besluit kan nemen, lenen zich
minder goed voor een referendum. In deze verordening is een lijst met uitzonderingen
opgenomen, gebaseerd op de ervaringen van onder meer de Tijdelijke referendumwet en
autonome gemeentelijke verordeningen. Enerzijds dient voorkomen te worden dat de
verordening een leeg instrument wordt waarbij het praktisch onmogelijk wordt een
referendum te organiseren. Anderzijds is het voor de burger belangrijk dat duidelijk is over
welke besluiten geen referendum kan worden gehouden.
In het vorige VNG model was de volgende uitzonderingsgrond opgenomen: waarbij het
belang van het referendum niet opweegt tegen de verantwoordelijkheid van de raad voor
kwetsbare groepen en hun plaats in de samenleving. Deze is geschrapt omdat dit als onder de
algemene uitzonderingsgrond valt. De algemene uitzonderingsgrond benadrukt en garandeert
de beoordelingsvrijheid van de raad. Deze uitzonderingsgrond kan bijvoorbeeld toegepast
worden indien er over het onderwerp al een Uniforme Openbare Voorbereidingsprocedure is
geweest, of in het geval van korte termijnen waarop het besluit genomen moet worden of de
mogelijkheid van grote financiele claims.