Er zijn diverse niveaus van elektronische handtekeningen. Het verschil zit hem in de
waarborgen waarmee de handtekening is omkleed. Een eenvoudige vorm van een
elektronische handtekening is een gescande handtekening die aan een elektronisch document
is toegevoegd. De keuze voor het benodigde niveau van een handtekening dat voldoende
betrouwbaar is voor de desbetreffende webdienst/handeling is de verantwoordelijkheid van
het bestuursorgaan (art 2:15, derde lid Awb).
DigiD is een gemeenschappelijk authenticatiesysteem. DigiD wordt momenteel primair
gebruikt voor de functie authenticatie. DigiD verifieert in dat geval iemands identiteit. DigiD
kan worden gebruikt als elektronische handtekening. Hierbij geldt dat het bestuursorgaan
verantwoordelijk is voor de keuze van niveau van elektronische handtekening voor een
referendumverzoek en dient dit te regelen in haar beleid, gebruiksvoorwaarden richting de
gebruikers (kiesgerechtigden). Het bestuursorgaan dient onder meer ook zorg te dragen voor
de "logische associatie" tussen de ondertekenaar en de elektronische handtekening en
vervolgens de elektronische handtekening en het document. Bovendien dient het
bestuursorgaan gebruikers te informeren wanneer sprake is van authenticatie en wanneer van
het plaatsen van een elektronische handtekening.
Het gebruik van DigiD zou voor burgers die over deze handtekening beschikken
drempelverlagend kunnen werken. Voor hen is het eenvoudiger een referendumverzoek te
ondersteunen via enkele handelingen op de computer dan om naar het gemeentehuis te gaan
om een handtekening te zetten. Voor de gemeente is er geen sprake van werkbesparing. Zij
zal ook de ondersteuningsverklaringen afgelegd via Digid moeten controleren op
kiesgerechtigheid (woont deze persoon in de gemeente, is deze oud genoeg etc.).
Het is de vraag of er voor gebruik van DigiD zwaardere eisen gesteld dienen te worden qua
aantal af te leggen ondersteuningverklaringen. De 'drempel' voor de burger en de tijd die het
kost om een verzoek af te leggen is hoger indien dit dient plaats te vinden op het
gemeentehuis. Indien geconcludeerd wordt dat er bij toepassing van Digid meer
ondersteuningsverklaringen dienen te worden afgelegd, volgt de lastige vraag hoeveel dit dan
zouden moeten zijn en hoe dit in verhouding dient te staan tot de handtekeningen die wel op
het gemeentehuis zijn afgelegd.
Wij wijzen hierbij ook op een advies van de Kiesraadl over digitale verzoeken en
ondersteuningsverklaringen. De Kiesraad geeft aan dat het 'op de duur mogelijk moet
worden dat deze ook door middel van een digitale handtekening wordt afgelegd. Zolang nog
geen voldoende veiligheidsgaranties op dit punt bestaan, is naar het oordeel van de Raad het
indienen van verzoeken en ondersteuningsverklaringen in persoon op het gemeentehuis de
enige betrouwbare optie.'
Op 19 februari 2009 heeft de Tweede Kamer gesproken over twee
referenduminitiatiefVoorstellen. In dit debat komt eveneens de elektronische handtekening ter
sprake. De minister wordt verzocht om aan te geven wanneer een betrouwbaar systeem
mogelijk is om handtekeningen in te zamelen via DigiD. In dit debat wordt kort verwezen
naar de discussie rond stemcomputers die niet betrouwbaar zijn en niet meer mogen worden
ingezet bij verkiezingen. Ook wordt verwezen naar het advies van de Kiesraad.
De minister heeft op 16 maart 2009 de Tweede Kamer hierover gei'nformeerd2. De minister
geeft aan dat het nu nog niet mogelijk is om voldoende waarborgen te creeren om te gaan
werken met digitale verzoeken en ondersteuningsverklaringen. Ook kan niet aangegeven