worden op welke termijn dit wel het geval is. Ook wordt aangegeven dat indien er wel een
betrouwbaar systeem is voor het elektronisch inzamelen van ondersteuningverklaringen er een
discussie gevoerd dient te worden over de vraag of digitalisering gevolgen moet hebben voor
de hoogte van de drempels.
A1 met al zijn deze overwegingen rond DigiD de reden dat deze toepassing (nog) niet in de
modelverordening is opgenomen en gekozen wordt voor het gebruik van
handtekeningenlijsten die worden ondertekend op het gemeentehuis.
Artikel 7. Definitief verzoek
Als de raad van mening is dat het onderwerp referendabel is, zijn de initiatiefnemers weer aan
bod. Zij moeten een verzoek doen tot het houden van een referendum en voldoende
ondersteunende handtekeningen verzamelen. De procedure is in grote lijnen gelijk aan die bij
het inleidende verzoek. De raad controleert of er voldoende (geldige) handtekeningen zijn
verzameld. De toelaatbaarheid van het onderwerp is al eerder in de procedure, bij het
inleidend verzoek, getoetst. Een voldoende aantal handtekeningen zal dan ook een positief
besluit tot het houden van het referendum tot gevolg hebben.
Artikel 8. Datum
Het vaststellen van de datum waarop het referendum zal worden gehouden is voorbehouden
aan de raad. Van belang is dat er voldoende tijd is om het referendum te organiseren
(stemlokalen huren, bemensing stembureaus, drukwerk etc.) en dat er enige ruimte is om
vakantie perioden (juli/augustus, december/januari) te overbruggen omdat deze niet geschikt
zijn voor het houden van een referendum. Het ligt voor de hand dat het advies van het college
op dergelijke zaken ziet. De datum kan vallen op een dag waarop tevens andere verkiezingen
worden gehouden, maar dat hoeft niet het geval te zijn. Het combineren van verkiezingen is
praktisch omdat de kiesgerechtigden niet twee maal naar de stembus hoeven te komen. Ook
zorgt een combinatie doorgaans voor een hogere opkomst en voor een reductie in de kosten
van een referendum. Uiteraard kunnen er ook meerdere referenda op dezelfde dag
plaatsvinden.
Artikel 9. Vraagstelling
De raad beslist of en wanneer een referendum wordt gehouden en stelt ook de vraagstelling
vast. Het meest voor de hand ligt een vraagstelling welke gekoppeld is met het voorgenomen
besluit. Aan de kiezer wordt dan de vraag voorgelegd of zij voor of tegen het concept
raadsbesluit, waarover het referendum wordt gehouden, zijn. De vraagstelling moet wel
voldoende duidelijk zijn, de referendumcommissie heeft tot taak hierover adviseren. Het is
mogelijk om de vraagsteling tevens op te nemen op de stempas/oproepkaart.
Artikel 10. Budget
Er kan jaarlijks een vast bedrag op de begroting worden opgenomen voor het organiseren van
referenda of er kan per referendum een budget worden vastgesteld. Hier is gekozen voor het
laatste. Naast een bedrag voor de organisatie van het referendum zelf zal de voorlichting geld
kosten. Dit betreft zowel de voorlichting door de gemeente zelf (uitleg over het
conceptraadsbesluit) als de voorlichting door verschillende belangengroeperingen waaronder
de initiatiefnemers van het referendum.