misbruik door (belangengroepen van) kiesgerechtigden. Het kabinet was voorts van oordeel
dat geen doorslaggevende redenen bestonden om de autonomie van gemeenten met
betrekking tot referenda op enigerlei wijze te beperken. Ondanks het ontbreken van een
nationale wet, moest op lokaal niveau het houden van referenda mogelijk zijn. Het is dus aan
gemeenten zelf om te bepalen of zij van het instrument referendum gebruik willen maken.
Ervaringen met gehouden referenda in Nederland
De afgelopen jaren zijn tientallen referenda op gemeentelijk niveau gehouden. Allereerst
kunnen worden genoemd de raadplegende referenda. Deze referendumvorm wordt in de
praktijk vooral toegepast in het geval van een mogelijke gemeentelijke herindeling. Dit is
blijkbaar een dusdanige ingrijpende beslissing dat het referenduminstrument wordt ingezet
om de burger te raadplegen. Dit gebeurde in de volgende gemeenten: In 1997 in Harmelen, in
1998 in Nootdorp, Pijnacker, Leidschendam, Rijswijk en Voorburg, in 1999 in Uitgeest en
Hengelo (OV), in 2000 in Heerjansdam, Nootdorp en Pijnacker, in 2001 in's Gravenzande.
Leidschendam, Voorburg, De Lier, Maasland, Schipluiden, Monster, Naaldwijk, Neede en
Wateringen, in 2002 in Son en Breugel, in 2003 in Ruurlo, Cromstrijen, Korendijk, Oud-
Beijerland en Strijen, in 2004 in Warmond en Voorhout, in 2006 in Loenen en Moordrecht en
in 2008 in Sevenum.
Raadplegende referenda over andere onderwerpen zijn gehouden in 2001 in de huidige
gemeente Lingewaard over de naam van de nieuwe gefuseerde gemeente, in Utrecht over de
toekomst van het stationsgebied (2002), in Gorinchem over een verkeerssituatie (2003), in
Wijchen over de aanpak van de Markt (2004), in Middelburg over de locatie van het theater
(2006) in Amhem over drie varianten van de aan te leggen haven (2007), in Beverwijk over
de aanpak van twee voormalige vuilstortplaatsen (2007), in Leiden over de aanleg van een
sneltram door het centrum (2007) in Duiven over drie varianten voor de inrichting van het
centrum (2008). In 2009 zal in de geherindeelde gemeente Aalten-Dinxperlo een referendum
plaatsvinden over de naamgeving en in Tilburg over de komst van een shoppingmal.
Raadgevende referenda zijn gehouden in Amsterdam in over de vorming van een
stadsprovincie (1995), de aanleg van IJburg en over de noord - zuid metrolijn (beide in 1997),
in 2001 over een apart stadsdeel (binnenstad) en in 2002 over de verzelfstandiging van het
gemeentelijke vervoersbedrijf. In Zandvoort in 1997 over het parkeerbeleid in het centrum. In
1999 in Gorinchem over de komst van een asielzoekerscentrum en in Nieuwegein over een
verbouwing van het stadscentrum. In Groningen in 2001 en in 2006 de herinrichting van de
grote markt. In 2001 is in Enschede over de bouw van een bedrijvenpark in een natuurgebied
gestemd en in 2002 in Enkhuizen over de grondverkoop in verband met een bouwplan. In
Delft is in 2006 gestemd over de uitbreiding van een camping.
Op basis van de Trw zijn vier referenda gehouden. In 2003 in Voerendaal over de
gemeenschappelijke regeling, in 2004 in Hilversum en Huizen over respectievelijk de
parkeerverordening en de speelautomatenhalverordening en over dit laatst genoemde
onderwerp is in 2005 ook in Zwolle een referendum gehouden.
De evaluatie van de Trw4 geeft inzicht in de juridische, organisatorische, financiele en
politiek-bestuurlijke gevolgen van de hierboven genoemde eerste drie gehouden referenda (de
evaluatie was afgerond voordat het referendum in Zwolle werd gehouden). De juridische
knelpunten zijn specifiek voor de Trw en derhalve in dit kader niet relevant. Qua organisatie
is de uitvoering van het referendum zelf geen probleem. Dit sluit nauw aan bij de routine van