Artikel 6. Ontvangst en registratie 1. Elke schrifitelijke ingediende klacht wordt voorgelegd aan de klachtencoordinator, die zorg draagt voor de registratie van de klacht. 2. De ontvangst van een schriftelijk ingediende klacht wordt binnen een week schriftelijk aan de klager bevestigd door het bestuursorgaan. 3Indien de klacht niet voldoet aan de formele vereisten voor het indienen van een schriftelijke klacht, kan de klacht buiten behandeling blijven, mits de klager de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe door de klachtbehandelaar gestelde termijn. Hoofdstuk III. BEHANDELING VAN SCHRIFTELIJKE KLACHTEN Artikel 7. Niet verplicht tot klachtbehandeling 1De klachtencoordinator beoordeelt in overleg met de klachtbehandelaar of er sprake is van een van de situaties als genoemd in artikel 9:8, lid 1 en 2, van de Algemene wet bestuursrecht. Is hiervan sprake dan leggen zij dit voor aan het betreffende bestuursorgaan. 2. Indien het betreffende bestuursorgaan besluit de klacht niet (verder) te behandelen wordt de klager zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het klaagschrift, hiervan schriftelijk in kennis gesteld. Lid 1 van artikel 11 is van overeenkomstige toepassing. Artikel 8. Onderzoek 1De begeleiding van de behandeling van elke schriftelijke klacht vindt plaats door de klachtencoordinator. 2. De klachtencoordinator kan in overleg met de klachtbehandelaar in verband met de voorbereiding van de behandeling van een klacht rechtstreeks alle gewenste inlichtingen inwinnen of doen inwinnen. 3. De klachtencoordinator kan in overleg met de klachtbehandelaar, bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en deze zo nodig uitnodigen om te worden gehoord. Artikel 9. Hoor en wederhoor 1De klachtencoordinator draagt er voor zorg dat degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, een kopie van de klacht met de eventueel daarbij meegezonden stukken wordt toegezonden. 2. De klachtbehandelaar stelt de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, in de gelegenheid door hem te worden gehoord, in het bijzijn van de klachtencoordinator. Het horen van beide partijen vindt al dan niet in elkaars aanwezigheid plaats. Van het horen van de klager kan worden afgezien indien de klacht kennelijk ongegrond is dan wel indien de klager heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord. 3. Op verzoek van partijen of ambtshalve kunnen getuigen worden gehoord. Ambtenaren van de gemeente die als getuige worden opgeroepen, zijn verplicht aan deze oproep gehoor te geven. 4. Zowel de klager als degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, kunnen zich bij het horen door iemand van hun keuze laten vergezellen of doen bijstaan, of zich door een gemachtigde laten vertegenwoordigen. 5. Van het horen wordt een verslag gemaakt, dat wordt ondertekend door de klachtbehandelaar en de klachtencoordinator. Het wordt zo spoedig mogelijk ter kennisneming aan partijen toegezonden of uitgereikt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2012 | | pagina 81