functiewijziging, ruimtelijke hoofdvorm van bebouwing en dergelijke; regels ter bescherming van bijzondere waarden van bodem, natuur, landschap en cultuurhistorie; geen zaken regelen waarvoor al doelmatige wetgeving of verordeningen bestaan, zoals voor het milieu- en waterbeleid. Plan-m.e.r. Voor dit bestemmingsplan wordt een plan-m.e.r. doorlopen. Het bestemmingsplan is kaderstellend. De resultaten van de plan-m.e.r. worden in het ontwerpbestemmingsplan gevoegd. Opvallende wijzigingen en ontwikkelingen ten opzichte van vigerende bestemmingsplannen Bouwpercelen en bouwvlakken binnen agrarische bestemming In het nieuwe bestemmingsplan wordt bij de agrarische percelen gewerkt met bouwpercelen en bouwvlakken. Vergroting van het bouwperceel en bouwvlak is via een wijzigingsbevoegdheid onder voorwaarden mogelijk tot 3,00 hectare. Nieuwe woningbouwmogeliikheden In de dorpen is een aantal invullocaties aanwezig. Er is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om woningen te realiseren op de invullocaties die aanwezig zijn in de dorpen. De locaties zijn aangeduid. Onderscheid tussen grondgebonden en niet-grondgebonden agrarische bedrijven In het bestemmingsplan is onderscheid gemaakt tussen grondgebonden en niet grondgebonden agrarische bedrijven. Dit onderscheid is gemaakt om te voorkomen dat grondgebonden bedrijven zonder meer omgezet kunnen worden in intensieve veehouderijbedrijven. De bestaande intensieve veehouderijbedrijven zijn dus specifiek bestemd. Op zich staat de gemeente positief tegenover intensieve veehouderij als volwaardig bedrijf of als neventak tot maximaal 2.500 m2. Echter gezien de milieueffecten van intensieve veehouderij moet dit onderzocht worden in de plan-m.e.r. als dit bij recht wordt toegestaan. Dit betekent een te grote onderzoekslast voor dit bestemmingsplan. Bekeken moet worden wat de impact is als alle agrarische bedrijven intensieve veehouderijbedrijven worden of een intensieve tweede tak zouden realiseren, terwijl dit in de praktijk maar bij een enkel bedrijf aan de orde zal zijn. Om de onderzoekslast van dit bestemmingsplan te beperken, zullen eventuele initiatieven geregeld worden via een aparte planologische procedure. Daamaast zijn er de afgelopen jaren ook maar weinig initiatieven geweest en is de verwachting dat dit ook de komende jaren zo zal zijn. Daarom is er geen noodzaak om een algemene regeling op te nemen in dit bestemmingsplan. De gemeente heeft middels een publicatie in de Stienser Omroeper d.d. 24 September 2012 eigenaren van de percelen met de bestemming "landelijk gebied"met de aanduiding "agrarisch bedrijf' waarop op dit moment ook nog intensieve veehouderij is toegestaan, in de gelegenheid gesteld om alsnog plannen in te dienen voor het daadwerkelijk benutten van de intensieve veehouderijmogelijkheden. Dit kan door voor 15 april 2013 een ontvankelijke omgevingsvergunning aan te vragen voor een intensieve veehouderij tak. Van deze mogelijkheid is tot op heden geen gebruik gemaakt. Het college heeft bij besluit van 18 September 2012 ingestemd met deze werkwijze. Bestemming Wonen-Voormalige boerderijpanden De bestemming Wonen-Voormalige boerderijpanden ligt op gronden waarvan de bebouwing herkenbaar is als een voormalig agrarisch boerderijpand. De bestemming is primair gericht op het behoud van deze panden. De gronden zijn bedoeld voor wonen, al dan niet in combinatie

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2013 | | pagina 59