I
Programmalijn 3: De digitale bibJiotheek
Landelijk
<Q
Bibliotheken hebben gekozen voor bet ontwikkelen
van een landelijke digitale infrastructuur, een
landelijk platform met nationale catalogus, een
datawarehouse en een app-store voor websites als
pijlers voor de openbare bibliotbeek in bet digitale
domein. Bibliotheken volgen algemene ICT-
ontwikkelingen en gaan bun diensten aanbieden
via algemene platforms op bet internet.
Met de landelijke ontsluiting van de collecties
willen bibliotheken overal en altijd dezelfde
kwaliteit bieden. Coede verkrijgbaarbeid en
gebruikersvoorwaarden worden essentieel
voor succes. Abonnementsvormen die
aansluiten bij gedifferentieerd gebruik van
de collecties, leiden tot meer maatwerk in
dienstverlening en tot andere verdienmodellen.
De verantwoordelijkbeid voor de digitale
bibliotbeek woTdt dus op landelijk niveau
belegd. Dit leidt onder andere tot een effkientere
taakverdeling op bet gebied van de digitale
bibliotbeek. De bekostiging daan/an vindt
plaats door uitname uit het gemeentefonds.
De overige P's van de marketingmix
(product, prijs, plaats, promotie, personeel,
presentatie) zijn vooral een zaak van de
lokale bibliotheken, al dan niet ondeTSteund
door de provinciale serviceorganisaties.
In 2013 vindt aansluiting plaats op de door de
Stichting Bibliotbeek.nl (BNL) ontwikkelde landelijke
digitale infrastructuur. De aansluiting is mede
mogelijk gemaakt met landelijke innovatiegelden.
Het gaat in eerste instantie om drie producten
waarbij de BSF de rol van provinciaal service
manager vervult zowel bij de uitrol als bij de
regulierebedrijfsvoering. De drie producten
zijn: een website-infrastructuur, de Nationale
Bibliotbeek Catalogus en bet datawarehouse.
Daarnaast is men bezig met meer inhoudelijke
producten zoals een widgetstore en Bibliotbeek
Apps. Bibliotheken kunnen de landelijke digitale
producten aanvullen met provinciale initiatieven.
Een voorlopig overzicht van de landelijke digitale
producten is opgenomen in bijlage 10.