19 Financiering
Deze paragraaf bevat de realisatie van de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de
financieringsportefeuille.
Inleiding
De Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) verplicht de gemeenten een Treasury-statuut
vast te stellen en een treasuryparagraaf op te nemen in de begroting en de jaarrekening.
De Wet Fido is met ingang van 2001 in werking getreden. Een belangrijk doel van deze wet is de
bevordering van een solide financieringsstructuur van de decentrale overheden. Een doel dat de
gemeente Leeuwarderadeel ook nastreeft.
Opl5 maart 2012 is in de gemeenteraad een geactualiseerde versie van het Treasury-statuut
vastgesteld. De wijzigingen betreffen gedeeltelijk vereenvoudigingen en gedeeltelijk aanscherping van
de regels om de risico's op de financiele markten te beperken.
Het Treasury-statuut stelt kaders en doelstellingen voor de uitvoering van het treasurybeleid van de
gemeente Leeuwarderadeel.
Tevens is door de gemeenteraad op 15 maart 2012 een gewijzigde versie van de Financiele
verordening gemeente Leeuwarderadeel vastgesteld, waarin de uitgangspunten voor het financieel
beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiele organisatie van de
gemeente Leeuwarderadel zijn vastgelegd.
Treasury is het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de
financiele vermogenswaarden, de financiele geldstromen, de financiele posities en de hieraan
verbonden risico's.
De treasury-functie bestaat uit een aantal deelfuncties:
1. Risicobeheer;
2. Gemeentefinanciering;
3. Kasbeheer.
Deze deelfuncties worden onderstaand nader toegelicht.
Algemene ontwikkelingen; rentebeleid
In het jaar 2012 hebben zich geen belangrijke wijzigingen voorgedaan binnen de organisatie welke
van invloed zijn geweest op de treasuryfunctie en de treasury-organisatie.
Met betrekking tot het rentebeleid wordt gebruik gemaakt van het Financieel-economisch Beeld van
de Bank Nederlandse Gemeenten.
In de begroting werd rekening gehouden met een rentetoerekening van 4% rente aan het eigen
vermogen. Het gemiddelde percentage van langlopende leningen over 2012 varieerde van 3% tot
3,5%. De verwachting was dat dit iets zou oplopen maar is zelfs gedaald.
Op rekeningsbasis is eveneens 4% rente toegerekend om geen afvvijkingen te krijgen.
Voor de toerekening van de rente aan kapitaalsinvesteringen wordt een omslagpercentage berekend.
Voor zowel de begroting als de rekening is percentage uitgekomen op 4,5%.
Dit percentage is gebaseerd op de werkelijk betaalde rente op langlopende leningen en kort geld zoals
rekening-courant krediet.
Voor de toerekening van rente over nieuwe investeringen in 2012 is 4% aangehouden.
De rekening-courantrente in 2012 is halverwege het jaar gedaald van 3,35% naar 3,25%.
51 - 116
