personen die wel en die niet beschikken over een perceel met archeologi-
sche waarden.
Reclamant stelt voor dit te ondervangen met compensatie vanuit de ge-
meente. Zo kunnen eigenaren op archeologisch waardevolle percelen be-
bouwing bouwtechnisch verantwoord bouwen en ontstaat geen verschil in
mogelijkheden.
De woonboerderij van reclamanten is binnen enkele jaren aan her- of ver-
bouw toe, vanwege verzakking als gevolg van lage waterstanden. Het zou
mogelijk moeten zijn om in het belang van het behoud en de veiligheid een
techniek toe te passen, bijvoorbeeld door te heien, waardoor verzakking
niet langer plaatsvindt.
Reactie
De saneringsregeling leidt juist niet tot gelijke situaties. Dat zou aan de or-
de zijn als het plan geen saneringsregeling zou bevatten. Dan geldt het
overgangsrecht op grond waarvan het geheel vernieuwen van bebouwing
niet is toegestaan, zodat na afbraak alleen dat teruggebouwd mag worden,
wat binnen de woonbestemming generiek aan een ieder is toegekend.
De saneringsregeling maakt het mogelijk om daar waar in de bestaande si-
tuatie meer bebouwing aanwezig is, ook iets meer terug te bouwen. Dit is
met name gedaan om oude, in vervallen of slechte staat verkerende be
bouwing te laten verwijderen. De saneringsregeling moet dit stimuleren, om
dat de regeling het mogelijk maakt meer terug te bouwen dan generiek is
toegestaan. Daarmee wordt er minder dan er staat gebouwd, maar meer
dan in zijn algemeenheid aan nieuwe bebouwing wordt toegestaan.
De saneringsregeling is een eigen gemeentelijke keuze. Archeologie is een
wettelijke verplichting. De gemeente moet daarvoor een regeling opnemen.
Daaruit volgt dat, in gebieden waar archeologische waarden niet op gelijke
wijze over de gehele gemeente aanwezig zijn, er beperkingen gelden op
archeologisch waardevolle percelen in vergelijking met percelen waar die
waarden niet aanwezig zijn. De Monumentenwet verplicht de gemeente
niet tot financiele compensatie. De gemeente ziet ook geen mogelijkheid
om hier iets voor in het leven te roepen.
Het is mogelijk om op een huisterp/verhoogde woonplaats te heien. Onder-
zoek van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft uitgewezen
dat heien op een terp een minimale verstoring met zich meebrengt. De hei-
palen moeten echter niet te dicht op elkaar komen te staan.
Een palenplan met heipalen om de 5 meter is op een terp/verhoogde
woonplaats acceptabel. Bij een dergelijk heipalenplan is geen archeolo
gisch vooronderzoek noodzakelijk. Er moet echter wel voor gewaakt wor
den dat er ten behoeve van het heien een 'bouwput' dieper dan die 30 cm
wordt uitgegraven, omdat in dat geval wel weer archeologisch onder-
zoek nodig is. Ook het aanboren van energie uit de grond (warmwaterbron)
is mogelijk. Het boren zelf heeft waarschijnlijk een geringe impact op het
bodemarchief. Alleen de aanleg van een pompinstallatie en de onder-
grondse leidingen kunnen wel weer verstorend zijn. Het is verstandig om bij
bouwplannen op een terp of verhoogde woonplaats vooraf met de partijen
om de tafel te gaan zitten om te bekijken of er archeologisch vriendelijk (ar-
cheologieproof) gebouwd c.q. gefundeerd kan worden.
biz 6
113602
Buro Vijn B.V.
Reactienota Zienswijzen Reactienota Zienswijzen
Status: Concept 13-06-13