b. op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het
verlenen van de ontheffmg, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt
gevorderd door het belang of de beiangen ter bescnerming waarvan de ontheffmg is
vereist;
c. het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op
basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het
woon- en leefklimaat ter plaatse;
d. de aan de ontheffmg verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden
nagekomen;
e. van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij
gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;
f. de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.
Artikel 5 Zon- en feestdagenregeling
1. De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid, onder b van de wet, gelden niet op ten
hoogste twaalf, door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen, zon- en
feestdagen per kalendeijaar.
2. De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente
afzonderlijk.
Artikel 6 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties
1Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van de in artikel 2
van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, nieuw
jaarsdag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en eerste of tweede
a, bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;
b, het uitstallen van goederen.
2. De in het eerste lid genoemde ontheffmg kan worden verleend in geval van: feestelijk
heden, bijeenkomsten, veilingen en beurzen.
Artikel 7 Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen
Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat de vrijstelling genoemd in
artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet niet geldt voor de gehele gemeente
of voor een of meer delen van de gemeente.
Artikel 8 Toerisme
1. Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag een ontheffmg verlenen
van de verboden, vervat in artikel 2, eerste lid van de wet, in verband met de toeristi
sche aantrekkingskracht van door haar aangewezen gebieden/plaatsen'evenemeuten en
nader te bepalen periodes en verkoopartikelen;
2. Het college van burgemeester en wethouders kan voorschriften verbinden aan de
ontheffmg.
lrpreMao tf^n uan-