steld van het tijdstip van het overleg en de voorgenomen inhoud van het voorstel. 3. De bevoegde gezagsorganen die niet deeinemen aan het overleg als bedoeld in het eerste lid, kunnen voor de in het tweede lid bedoelde datum hun zienswijze schriftelijk kenbaar maken aan het college. Het college stelt de deelnemers aan het overleg hiervan in kennis. 4 Het college maakt een verslag van de in het overleg door de bevoegde gezagsorganen naar voren ge- brachte zienswijzen, van de tijdig ingediende, schriftelijk kenbaar gemaakte zienswijzen en van de reac- tie van het college op deze zienswijzen. Het verslag wordt toegezonden aan alle bevoegde gezagsorga- Een bevoegd gezag of het college dat advies wenst van de Onderwijsraad over het voorstel met betrek- king tot de voorgenomen inhoud van het programma, in relatie tot de vrijheid van richting en de vnj- heid van inrichting, maakt dit kenbaar tijdens het overleg als bedoeld in het eerste lid. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijk gemotiveerde omschrijving van de onderwerpen waarover het advies van de Onderwijsraad wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verband aangegeven tussen deze onder werpen en de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting. De bevoegde gezagsorganen en het college worden tijdens het overleg in de gelegenhe.d gesteldI hun zienswijzen naar voren te brengen over een verzoek om advies van de Onderwijsraad. Het schriftelijk verzoek om advies en de daarover naar voren gebrachte zienswijzen maken deel uit van het verslag van het overleg als bedoeld in het vierde lid. Het college is belast met de indiening van een verzoek om advies bij de Onderwijsraad. Daarbij zorgt het college ervoor dat de Onderwijsraad alle stukken ontvangt die nodig zijn voor de beoordelmg van het verzoek, waaronder het schriftelijk verslag van het overleg. Een afschrift van het door de Onderwijsraad uitgebrachte advies wordt zo spoedig mogelijk door het college toegezonden aan de bevoegde gezagsorganen. Indien het geheel of gedeeltelijk opvolgen van het advies van de Onderwijsraad zou leiden tot een of meer inhoudelijke bijstellingen van de voorge nomen inhoud van het programma, dan worden de bevoegde gezagsorganen door het college b.j de toezending van het afschrift van het advies uitgenodigd voor een nader overleg. In alle andere gevallen beoordeelt het college of nader bestuurlijk overleg over het advies van de On derwijsraad noodzakelijk is. Het college geeft dit aan bij de toezending van het afschrift van het advies van de Onderwijsraad. 9. Het nader overleg als bedoeld in het vorige lid vindt binnen twee weken plaats na toezending van het advies van de Onderwijsraad aan de bevoegde gezagsorganen. Het college maakt van dit overleg een verslag en voegt dit toe aan het verslag als bedoeld in het vierde lid. 6. 7. 8. Paragraaf 2.3 Vaststeliing bekostigingsplafond, programma en overzicht Artikel 11 1 Het college stelt het bekostigingsplafond vast voor de vergoeding van de aangevraagde voorzienmgen. Dit bekostigingsplafond kan worden gesplitst in afzonderlijke bedragen peronderwijssoortof pervoor- 2. Het programma en het overzicht worden vastgesteld uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de datum genoemd in artikel 6 valt. 7

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2013 | | pagina 132