Paragraaf 2.4 Uitvoering programma
Artikel 15
Overleg wijze van uitvoering
1. Binnen vier weken na vaststelling van het programma treedt het college in overleg met de aanvrager
over de wijze van uitvoering van de op het programma geplaatste voorziening.
In dit overleg wordt alle informatie verstrekt die nodig is voor de uitvoering van de voorziening. Daarbij
worden, voor zover van toepassing, afspraken gemaakt over.
a. het bouwheerschap als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de
Expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs;
b. het tijdstip van indiening van het bouwplan en de begroting door de aanvrager,
c. een andere wijze van uitvoering van het besluit met inachtneming van het beschikbaar te stellen
bed rag;
d. de wijze waarop het college toepassing geeft aan de toetsing van het bouwplan en de begroting,
alsmede aan de toetsing in verband met wettelijke voorschriften en nieuwe feiten en omstandighe-
den als bedoeld in artikel 16;
e. de controle op en het afieggen van verantwoording over de besteding van de beschikbaar te stellen
middelen;
f. de wijze waarop de aanbesteding plaatsvindt met als uitgangspunt dat op opdrachten onder het Eu-
ropese drempelbedrag de richtlijnen zoals vastgelegd in het Besluit overheidsaanbestedingen van
toepassing zijn.
2. De inhoud van de afspraken of de constatering dat het overleg niet tot overeenstemmmg heeft geleid,
legt het college schriftelijk vast in een verslag, dat het binnen vier weken na afloop van het overleg ter
kennis van de aanvrager brengt. Indien de aanvrager schriftelijk instemt met het verslag of binnen twee
weken na ontvangst nog niet schriftelijk heeft gereageerd, wordt er afhankelijk van de inhoud van het
vastgestelde verslag, geacht overeenstemming of geen overeenstemming te zijn bereikt.
3.. Indien toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 16, vierde lid, neemt het college binnen
vier weken nadat de overeenstemming als bedoeld in het derde lid is bereikt, een beslissing over het
tijdstip waarop de bekostiging een aanvang kan nemen. Het bepaalde in artikel 17 is daarbij van over-
eenkomstige toepassing.
4. Indien in het overleg geen overeenstemming als bedoeld in het derde lid is bereikt, deelt het college
binnen vier weken nadat het verslag is vastgesteld, dit schriftelijk mee aan de aanvrager. Daarbij wordt
aangegeven dat de bekostiging van de uitvoering van de voorziening geen aanvang zal nemen.
Artikel 16
Instemming bouwplannen en begroting; tijdstip aanvang bekostiging; toetsing wettelijke voorschriften en
nieuwe feiten en omstandigheden; overlegging offertes
1. Nadat de overeenstemming als bedoeld in artikel 15, derde lid, is bereikt en voorafgaand aan het verle-
nen van een bouwopdracht, dient de aanvrager met inachtneming van de hierover gemaakte afspraken,
de bouwplannen, de desbetreffende begroting en een aanduiding van het tijdstip waarop de bekosti
ging een aanvang dient te nemen, ter instemming in bij het college.
2. Binnen zes weken na ontvangst van de stukken beslist het college over de instemming met de bouw
plannen, de desbetreffende begroting en het tijdstip waarop de bekostiging een aanvang neemt. Het
college kan, onder mededeling daarvan aan de aanvrager, deze termijn verlengen met drie weken.
Indien niet binnen deze termijn is besloten, wordt geacht instemming te zijn verleend met de bouw
plannen en de begroting en vangt de bekostiging aan op het door de aanvrager aangegeven tijdstip.
9