gangbare berekeningswijze; d. er sprake is van leegstand in een lesgebouw van een school; e. er sprake is van leegstand in een gymnastiekruimte van een school. Artikel 30 Omschrijving leegstand 1. Er is sprake van leegstand in een lesgebouw: a. wanneer het betreft een gebouw van een school voor basisonderwijs of voor (voortgezet) speciaal onderwijs, indien uit de vergelijking van het aantal vierkante meters bruto-vloeroppervlakte zoals berekend op basis van bijlage III, deel B en de capaciteit van het gebouw in vierkante meters bruto- vloeroppervlakte zoals vastgesteld op basis van bijlage III, deel A, blijkt dat er tenminste een aantal vierkante meters bruto-vloeroppervlakte ter grootte van de in bijlage III, deel C genoemde drem- pelwaarde niet nodig is voor de daar gevestigde school of scholen, b. wanneer het betreft een gebouw van een school voor voortgezet onderwijs, indien uit de vergelijking van de ruimtebehoefte, zoals berekend op basis van bijlage III, deel B en de capaciteit van het ge bouw, zoals vastgesteld op basis van bijlage III, deel A, blijkt dat er een overschot is aan vierkante meters bruto-vloeroppervlakte tenzij het bevoegd gezag op basis van het lesrooster of de lesroos- ters voor het lopende of eerstkomende schooljaar aantoont dat er binnen het overschot aan vier kante meters bruto-vloeroppervlakte geen sprake is van onderbenutting van de onderwijsruimten. 2. Er is sprake van leegstand in een gymnastiekruimte: a. wanneer het een gebouw betreft dat wordt gebruikt door een of meer scholen voor basisonderwijs of voor (voortgezet) speciaal onderwijs, indien de som van het aantal klokuren gebruik dat door het college wordt vergoed minder is dan 40 klokuren; b. wanneer het betreft een gebouw van een school voor voortgezet onderwijs, indien uit de bereke- ning op basis van bijlage III, deel B, blijkt dat benutting van het gebouw lager is dan 40 lesuren, ten zij het bevoegd gezag op basis van het lesrooster of de lesroosters voor het lopende of eerstko mende schooljaar aantoont dat dit niet het geval is; c. wanneer het een gebouw betreft dat gebruikt wordt door een of meer scholen voor basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs, indien de som van de berekenmgswijzen genoemd onder a en b een aantal klokuren lager dan 40 oplevert. Artikel 31 Nalaten vordering; volgorde van vorderen 1. Het college gaat niet over tot vordering ten behoeve van medegebruik indien het bevoegd gezag de eeg- stand van het gebouw waarin het beoogde medegebruik dient plaats te vinden in gebruik heeft gegeven aan een andere school of scholen ten behoeve van het onderwijs aan die school of scholen. 2. Het gestelde in het eerste lid is niet van toepassing indien het gebruik van die andere school of scholen kan plaatsvinden in de aan die scholen reeds ter beschikking staande huisvestingscapaciteit. 3. Indien er zich in meerdere gebouwen leegstand voordoet wordt. a. als eerste de leegstand gevorderd in het gebouw dat in gebruik is bij een school van hetzelfde be voegd gezag, tenzij uit oogpunt van doelmatigheid het vorderen van leegstand in een ander gebouw een betere oplossing biedt; b. vervolgens de leegstand gevorderd in het gebouw waarin een school van dezelfde richting is ge- huisvesten c. vervolgens de leegstand gevorderd in het gebouw dat het dichtst gelegen is bij het hoofdgebouw van de school ten behoeve waarvan de vordering plaatsvindt. 15

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2013 | | pagina 140