4. Het college kan, indien de bij de vordering betrokken bevoegde gezagsorganen daarmee instemmen, in een individueel geval van de in het derde lid opgenomen volgorde afwijken. Artikel 32 Overleg en mededeling 1. Indien het college voornemens is om over te gaan tot vordering van leegstand in een lesgebouw of gymnastiekruimte, voert het college daarover overleg met het bevoegd gezag waarvan de leegstand ge- vorderd wordt en met het bevoegd gezag waarvoor de huisvesting is bestemd. Dit overleg maakt deel uitvan het overleg als bedoeld in artikel 10. 2. Binnen vier weken na de vaststelling van het programma als bedoeld in artikel 11, doet het college schriftelijk mededeling van de vordering aan het bevoegd gezag waarvan gevorderd wordt. Van deze mededeling kan worden afgezien als dat bevoegd gezag in het overleg te kennen geeft geen bezwaar tegen de vordering te hebben. 3. Indien het college voornemens is om over te gaan tot vordering in het kader van een aanvraag als be doeld in artikel 19, voert het college daarover zo spoedig mogelijk overleg met het bevoegd gezag waarvan gevorderd wordt en met het bevoegd gezag waarvoor de huisvesting is bestemd. 4. Binnen een week na het overleg als bedoeld in het vorige lid, doet het college schriftelijk mededeling van de vordering aan het bevoegd gezag waarvan gevorderd wordt. Van deze mededeling kan worden afgezien als dat bevoegd gezag in het overleg te kennen geeft geen bezwaar tegen de vordering te heb ben. 5. De schriftelijke mededeling van het college als bedoeld in het tweede en vierde lid, bevat in ieder geval: a. de naam van de school en het bevoegd gezag ten behoeve waarvan wordt ge- vorderd; b. een aanduiding van het aantal leerlingen ten behoeve waarvan gevorderd wordt of; indien het be- treft het onderwijs in lichamelijke oefening, het aantal klokuren dat gevorderd wordt; c. een aanduiding van het gebouw waarop de vordering betrekking heeft; d. een aanduiding van het aantal en het type ruimten dat gevorderd wordt; e. de periode waarvoor gevorderd wordt en de ingangsdatum van het meaege- bruik. Artikel 33 Vergoeding De bevoegde gezagsorganen die het betreft stellen in onderling overleg een vergoeding voor het medege- bruik vast. Als het overleg niet tot overeenstemming leidt wordt deze vergoeding gebaseerd op het bedrag dat voor elke groep bij meer dan zes groepen door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap beschikbaar wordt gesteld binnen degroepsafhankelijke programma's van eisen, zoaljaarlijksgepubliceerd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. 16

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2013 | | pagina 141