Paragraaf 5.2 Medegebruik ten behoeve van culturele, maatschappelijke of recreatieve doeleinden
Artikel 34
Aanduiding omstandigheden
Het college kan overgaan tot vordering indien:
a. er sprake is van leegstand van een lesgebouw of een gymnastiekruimte zoals bepaald in artikel 30;
b. er sprake is van onderbenutting van een sportveld van een school voor voortgezet onderwijs, blijkend
uit het iesrooster van de school of scholen die dat sportveld voor het onderwijs gebruiken.
Artikel 35
Overleg en mededeling
1. Alvorens over te gaan tot vordering voert het college overleg met het bevoegd gezag.
2. In dat overleg komt in ieder geval aan de orde:
a. voor welke activiteit of activiteiten gevorderd wordt;
b. of die activiteit of activiteiten zich verdragen met het onderwijs aan de in het gebouw gevestigde
sch°°l;
c. welke maatregelen eventueel noodzakelijk zijn om te voorkomen dat het onderwijs aan de in het
gebouw gevestigde school hinder van het medegebruik ondervindt,
d. wat naar de mening van het college en het bevoegd gezag een redelijke vergoeding voor het mede
gebruik is;
e. de datum waarop het medegebruik redelijkerwijs een aanvang kan nemen.
3. Binnen vier weken na afloop van het overleg, als bedoeld in het eerste lid, doet het college schriftelijk
mededeling van de vordering tot medegebruik aan het bevoegd gezag. Indien het overleg heeft geleid
tot afspraken, bevat de mededeling in ieder geval die afspraken. Voor zover het overleg niet tot over-
eenstemming heeft geleid, bevat de mededelingen de beslissing van het college over deze punten. In
dien het bevoegd gezag in het overleg te kennen geeft geen bezwaar te hebben tegen de vordering, kan
van de schriftelijke mededeling als hier bedoeld worden afgezien.
Paragraaf 5.3 Verhuur
Artikel 36
Toestemming college
1. Voordat het bevoegd gezag een huurovereenkomst sluit, vraagt het toestemming voor de verhuur aan
het college.
2. Het verzoek om toestemming wordt schriftelijk gedaan en bevat een aanduiding van de huurder, als-
mede van de bestemming van de te verhuren ruimte.
3. Het college verleentde toestemming niet indien:
a. de bestemming van de te verhuren ruimte in strijd is met bepalingen daaromtrent uit de Wet op
het primair onderwijs, Wet op de expertisecentra en Wet op het voortgezet onderwijs;
b. de te verhuren ruimte onmiddellijk nodig is voor een school.
17