een gymnastiekruimte wordt voor de betreffende school het eerste ingeroosterd voor de gymnas-
tiekruimte;
c. het gymnastiekonderwijs van een school wordt zoveel mogelijk ingeroosterd in een gymnastiek
ruimte.
5. Het voorstel tot inroostering vermeldt per school voor basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onder-
wijs de volgende gegevens:
a. het aantal klokuren waarvoor de school wordt ingeroosterd in een gymnastiekruimte;
b. de aanduiding van de gymnastiekruimte waarin en detijden gedurende welke hetonderwijsgebruik
plaatsvindt;
c. een nadere onderverdeling van het aantal klokuren per gymnastiekruimte wanneer het gebruik in
meer dan een gymnastiekruimte plaatsvindt;
d. voor zover het gewenste aantal klokuren hoger is dan het aantal klokuren dat ingevolge de beleids-
regel bekostiging gymnastiekruimte voor basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs voor
bekostigingdoor degemeente in aanmerking komt, wordt vermeld hoeveel klokuren voor rekening
komen van het bevoegd gezag van de school. Het college neemt het aantal klokuren als bedoeld in
dit lid onder d slechts op in het voorstel tot inroostering voor zover daarvoor nog capaciteit be-
schikbaar is, nadat rekening is gehouden met het totale klokuurgebruik dat voor bekostiging door
de gemeente in aanmerking komt.
6. Het voorstel tot inroostering wordt door het college binnen twee weken na vaststelling toegezonden
aan de bevoegde gezagsorganen voor basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs. De bevoegde
gezagsorganen worden daarbij uitgenodigd voor een overleg over het voorstel. Dit overlegvindtplaats
binnen twee weken na toezending van het voorstel. In het overleg worden de vertegenwoordigers van
de bevoegde gezagsorganen in de gelegenheid gesteld te reageren op het voorstel tot inroostering.
7. Met inachtneming van de reacties van de bevoegde gezagsorganen stelt het college voor 15 juni vol-
gend op de genoemde datum in het derde lid, de definitieve inroostering vast van het gebruik van de
gymnastiekruimte voor het volgend schooljaar. Indien het college daarbij afwijkt van een of meer in het
overleg als bedoeld in het zesde lid naar voren gebrachte reacties, dan wordt dit gemotiveerd.
8. Binnen twee weken na vaststelling van de inroostering ontvangen de betreffende bevoegde gezagsor
ganen een schriftelijke mededeling van het college over de inroostering in de beschikbare gymnastiek-
ruimten van de onder hun bevoegd gezag staande school of scholen voor het volgende schooljaar. Deze
mededeling is te beschouwen als een beslissing in de zin van artikel 22 en, indien van toepassing, een
beslissing in de zin van artikel 32, vierde lid.
HOOFDSTUK 8 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 39
Beslissing college in gevallen waarin de verordening niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist
het college.
Artikel 40
Bijlagen
De navolgende bijlagen maken onderdeel uit van deze verordening.
I Criteria voor beoordeling van aangevraagde voorzieningen;
II Criteria voor opstelling en toetsing van leerlingprognoses;
19