Uitgaande van deze demografische ontwikkelingen kan er geconstateerd worden dat de vraag naar
ruimtes voor sociaal-culturele en sportactiviteiten in de toekomst hoogstwaarschijnlijk niet toe zal
nemen. De gemeente past daarom een terughoudend beleid met betrekking tot uitbreiding van de
dorpshuizen.
Figuur 1 Bevolkingsprognose Gemeente Leeuwarderadeel
Bevolkingsprognose Leeuwarderadeel
Totaal alle leeftijden
0 tot 20 jaar
-*-20 tot 65 jaar
65 jaar of ouder
Bron: CBS, 16-7-2012.
Op basis van de demografische ontwikkelingen mag verwacht worden dat verenigingsactiviteiten voor
kinderen en jeugd minder worden. Voor ouderen hoeven de activiteiten niet af te nemen. Voor
trends in de omvang en aard van verenigingsactiviteiten zijn sociaal-culturele ontwikkelingen
waarschijnlijk belangrijker. Een trend is in elk geval dat burgers voor hun sociale en culturele
activiteiten lang niet meer altijd op het dorp zijn gericht. Dat maakt de basis voor sociale en culturele
verenigingen in de dorpen kleiner.
Aan de andere kant is deze ontwikkeling moeilijk te voorspellen. Er zijn ook kernen waar de inwoners
actief werken aan een bloeiend verenigingsleven. Dit blijkt ook uit de gesprekken met de dorpshuizen
die in voorbereiding op dit beleidsplan zijn gevoerd. Een belangrijk uitgangspunt bij de bepaling van
subsidiebedragen zal dan ook zijn in hoeverre het dorp zelf bijdraagt aan de realisatie van het project.
3.2 Gemeentelijke beleidskaders
De uitgangspunten waar het beleid op gebaseerd is kunnen gevonden worden in de wettelijke taak
van de gemeente, het gemeentelijke beleidskader, en het financiele kader van de gemeente.
Daarnaast zijn ontwikkelingen op het gebied van gemeentelijke herindeling ook belangrijk.
De gemeente heeft geen directe wettelijke taak bij het in stand houden van dorpshuizen. In de Wet
Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) krijgt de gemeente de wettelijke taak om te zorgen voor het
bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpenwijken en buurten. Dit
prestatieveld is breed geformuleerd en laat de gemeente dan ook een grote vrijheid om lokaal
invulling te geven aan dit prestatieveld. Leefbaarheid is echter een moeilijk te definieren begrip.
5