5 Voorgestelde beleidsregels Door demografische ontwikkelingen zoals krimp, ontgroening en vergrijzing verandert het draagvlak voor de dorpshuizen. Het is moeilijk te voorspellen welke precieze effecten de krimp, ontgroening en vergrijzing op het draagvlak voor de dorpshuizen hebben. Wei kan ervan uitgegaan worden dat de vraag naar ruimte in de dorpshuizen in ieder geval niet toe zal nemen. De gemeente wil daarom terughoudend zijn bij het verlenen van subsidie voor verbouw, nieuwbouw en uitbreiding. Er wordt daarom expliciet van aanvragen geeist dat er duidelijk wordt gemaakt waarom de aanpassing van het dorpshuis noodzakelijk is. Hierbij dient ook meegenomen te worden of er andere voorzieningen/accommodaties in het dorp aanwezig zijn waar dezelfde type activiteiten kunnen plaatsvinden. Uit het gemeentelijke beleidskader blijkt dat de financiele middelen voor niet-wettelijke taken van de gemeente verminderen. Er wordt in het WMO-beleidsplan en het accommodatiebeleid veel gesproken over de eigen verantwoordelijkheid van de burger. Eigen inzet en inbreng van de burger is voor de gemeente belangrijk. Voor de uitbreiding en verbouw van het dorpshuis zullen daarom eisen worden gesteld aan de inbreng van het dorp zelf. Ten minste 25 van de kosten voor de verbouw, nieuwbouw of uitbreiding zullen voor eigen rekening genomen moeten worden. Op basis van de bovenstaande overwegingen kan het subsidiebeleid als volgt worden omschreven: 1. Begripsbepaling a. Dorpshuis Het gemeentelijk subsidiebeleid ten aanzien van dorpshuizen richt zich op alle dorpshuizen in de gemeente Leeuwarderadeel. De doelstelling van een dorpshuis kan als volgt worden gedefinieerd: Een dorpshuis is een voor iedereen toegankelijke ontmoetingsplaats, waar faciliteiten beschikbaar worden gesteld door diverse plaatselijke initiatieven, zoals het verenigingsleven en andere maatschappelijke functies. De dorpshuizen in de gemeente Leeuwarderadeel zijn: i. De Bining in Koarnjum; ii. Us Gebou in Aide Leie; iii. Britsenburgh in Britsum; en iv. De Kampioen in Hijum. b. Meerjarenonderhoudsplan Het meerjarenonderhoudsplan wordt door de dorpshuizen opgesteld en getoetst door de gemeente. In het meerjarenonderhoudsplan worden de verwachte kosten voor onderhoud en renovatie opgenomen voor een periode van vier jaar. c. Onderhoud en renovatie Werkzaamheden waarbij hetzelfde gebouw voor dezelfde functie gebruikt wordt of waarbij het bestaande pand aan de geldende wet- en regelgeving wordt aangepast. Het gaat hierbij alleen om aanpassingen aan wet- en regelgeving die betrekking hebben op de al in gebruik zijnde functies van het gebouw. Het gaat hier om het een op een vervangen van onderdelen. d. Verbouw, nieuwbouw en uitbreiding Werkzaamheden die uitgevoerd worden om een functie aan het bestaande pand toe te voegen of het uiterlijk te wijzigen. 2. Exploitatiekosten Niet subsidiabel zijn exploitatiekosten. Deze voorzieningen worden niet als taak van de gemeente gezien. Het zorgdragen voor voldoende financiele middelen voor de exploitatie van het dorpshuis behoort thuis in het eigen beleid van het dorpshuis. 3. Onderhouds- en renovatiesubsidie De gemeente biedt een structurele subsidiemogelijkheid voor onderhoud en renovatie van het dorpshuis. a. Hoogte van de subsidie 8

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2013 | | pagina 77