1. Argumenten:
Voor de gemeente is, naar aanleiding van het verzoek van v.v. D.T.D., door de Grontmij een notitie
(terinzage) opgesteld waarin er 7 opties worden belicht. Er is o.a. gekeken naar:
de locatie;
behoefte;
reiatie met het kaatsen;
oplossingsrichtingen.
1.1 Behoeftebepaling.
De KNVB heeft in opdracht van v.v. DTD een behoeftebepaling uitgevoerd, waarbij ook de
demografische ontwikkelingen zijn meegenomen. Uit dit onderzoek zijn de volgende conclusies
getrokken:
de situatie met 2 wedstrijdvelden is toereikend voor de wedstrijden, op basis van het aantal
normteams volstaat organisatorisch een wedstrijdveld;
een tweede wedstrijdveld is noodzakelijk voor training, omdat de trainingshoek onvoldoende
capaciteit en niet de gewenste afmetingen heeft voor alle trainingen;
een tweede wedstrijdveld is wenselijk voor trainingen om voldoende oefenvormen te
kunnen voeren;
in de winterperiode kan vanwege het benodigde kunstlicht alleen getraind worden op de
trainingshoek en eventueel het eerste wedstrijdveld. Hierdoor wordt het wedstrijdveld
zwaarder belast;
door de demografische ontwikkelingen zal de vraag in de toekomst eerder afnemen dan
toenemen.
1.2 Oplossingsrichtingen.
Om voldoende trainingscapaciteit te krijgen zijn de volgende richtingen mogelijk:
het 2e veld als extra trainingsruimte gebruiken, eventueel voorzien van kunstgras. De aanleg
van een lichtinstallatie is dan noodzakelijk;
de capaciteit van de trainingshoek vergroten door toepassing van kunstgras;
het hoofdveld gebruiken voor zowel trainingen als wedstrijd door toepassing van kunstgras.
1.3 Uitgangspunten v.v. DTD.
Het bestuur van v.v. DTD is op 17 april 2013 tijdens een informatieavond samen met de
kaatsvereniging en de KNVB tot de conclusie gekomen dat de "spoorwegvariant" optie 4 (notitie
Grontmij ter inzage) voor de club de beste keuze is.
De afgelopen maanden zijn, in overleg met v.v. D.T.D., benut om de uitgangspunten duidelijk in beeld
te brengen. De raad heeft op 25 april 2013 een motie aangenomen. De motie bestaat uit het verzoek
aan het college van B&W om in overleg met v.v. D.T.D. te komen tot de uitwerking van de
mogelijkheden om een volwaardig wedstrijdkunstgrasveld aan te leggen. In dit raadsvoorstel worden
de diverse opties belicht en wordt er een keuze gevraagd. Anders dan de motie aangeeft heeft B&W
ook gekeken naar een variant om de kern van het probleem "onvoldoende
trainingsruimte" te kunnen oplossen.
1.4 Speelduur
Kunstgras heeft naast een eenmaiige investering voor de aanleg ook hogere kosten voor de
exploitatie ten opzichte van natuurgras. Voordeel is de speelduur per jaar. Voor natuurgras is dit +/-
250 uur. Kunstgras kan ongeveer 1000 uur per jaar bespeeld worden. Het onderhoud voor de
natuurgrasvelden is nu opgenomen in de begroting. Het reguliere onderhoud van een kunstgrasveld
kan tegen de bestaande kosten van het natuurgras worden weggestreept. Om te voldoen aan de
garantiebepalingen moet er specialistisch onderhoud worden uitgevoerd door de leverancier. Dit
zorgt voor de hogere kosten in de exploitatie. Hiermee is op jaarbasis ongeveer 1.600 gemoeid.
pag.2