Artikel 4 Vriistellingen
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
a. voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst
bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft
op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een
privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;
b. voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is
met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;
c. voorwerpen, waarbij gebruik plaats heeft krachtens huurovereenkomst.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze
verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening
bepaalde.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
1. Voor de berekening van de precariobelasting worden gedeelten van een jaar, kwartaal, maand
week, dag, lengte- of oppervlaktemaat als een voile eenheid aangemerkt.
2. Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de
oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.
3. De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de
twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.
4. Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de
voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor
de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning,
tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat
geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.
5. Indien in artikel 7 voor een voorwerp tarieven voor verschillende tijdseenheden zijn opgenomen,
wordt de precariobelasting berekend op de voor de belastingplichtige meest voordelige wijze.
Artikel 7 Belastingtarieven
De belasting bedraagt voor:
1. TERRASSEN
Het bezet hebben van voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond
met banken, tafels en stoelen, tochtschermen en dergelijke per zomerseizoen
(periode 1 maart tot 1 november) per m2
9,10