6.1 Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden
aangetoond. Het raadslid isterughoudend bij het in rekening brengen van uitgaven die zich op het
grensvlak van prive en publiek bevinden.
6.2 Het raadslid declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.
6.3 In geval van twijfel omtrent een declaratie, wordt dit voorgelegd aan het presidium, en zo nodig ter
besluitvorming aan de raad voorgelegd.
6.4 Een raadslid dat het voornemen heeft uit hoofde van zijn functie een buitenlandse reis te maken of is
uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, heeft vooraf toestemming
nodig van de gemeenteraad. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de
besluitvorming.
6.5 Een raadslid meldt het voornemen tot een buitenlandse reis of een uitnodiging daartoe in de
gemeenteraad en verschaft daarbij informatie over het doel van de reis, de bijbehorende
beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van
de reis verslag wordt gedaan.
6.6 Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een raadslid naar en in het buitenland
is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang
van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming
betrokken.
6.7 Het anderszins meereizen naar en in het buitenland van derden op kosten van de gemeente is niet
toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de
besluitvorming betrokken.
6.8 Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privedoeleinden is toegestaan, mits dit is
betrokken bij de besluitvorming. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van het
raadslid.
6.9 Gebruik van gemeentelijke eigendommen of-voorzieningen voor privedoeleinden is niet
toegestaan.
7 Relatie in de raad
Raadsleden geven er in hun optreden zowel ten opzichte van derden als ten opzichte van elkaar blijk van
deel uit te maken van het hoogste bestuursorgaan van de gemeente. Zij zijn zorgvuldig en betrouwbaar
in hun omgang met de raad, zijn commissies en zijn leden.
8 Relatie met de wethouders en de burgemeester
Raadsleden geven er in hun optreden blijk van de burgemeester en de wethouders te respecteren. Zij
zijn zorgvuldig, open en betrouwbaar in hun omgang en hebben transparante werkrelaties met de
burgemeester en de wethouders.
9 Relatie met de ambtelijke organisatie
Raadsleden zijn zorgvuldig, open en betrouwbaar in hun omgang met de ambtelijke organisatie. Zij
hebben transparante werkrelaties met alle medewerkers. Raadsleden respecteren de professionaliteit
van de ambtenaren.
10 Handhaving door de voorzitter
10.1 De voorzitter stelt de gedragscode en de naleving ervan een keer per jaar aan de orde in het