GEMEENTE
Leeuwarderadeel
Gedragscode Bestuurlijke Integriteit voor de burgemeester en
de wethouders van de gemeente Leeuwarderadeel 2014
Voorstelnummer 2014/17
1 Algemene bepalingen
1.1 De code is openbaar en op toegankeiijke wijze te raadplegen.
1.2 De burgemeester en de wethouders ontvangen bij het aantreden een exemplaar van de code.
1.3 De burgemeester bevordert de bestuurlijke integriteit van de gemeente.
1.4 In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is vindt bespreking
plaats in het college.
2 Kernbegrippen bestuurlijke integriteit
2.1 Kernbegrippen van bestuurlijk integriteit zijn dienstbaarheid, functionaliteit, onafhankelijkheid,
openheid, betrouwbaarheid en zorgvuldigheid.
2.2 Deze kernbegrippen vormen de toetssteen voor de in deze code vastgelegde gedragsafspraken.
3 Belangenverstrengeling
3.1 De burgemeester en de wethouders doen opgave van hun financiele belangen.
3.2 Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomen de burgemeester en de wethouders (de schijn
van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.
3.3 Een oud-burgemeester dan wel oud-wethouder wordt het eerste jaar na de beeindiging van zijn
ambtstermijn uitgesloten van het verrichten van werkzaamheden voor de gemeente Leeuwarderadeel.
3.4 Indien de onafhankelijke oordeelsvorming over een onderwerp in het geding kan zijn, geeft de
burgemeester c.q. de wethouder bij beraadslaging en de besluitvorming daarover aan in hoeverre het
onderwerp hem persoonlijk aangaat.
3.5 De burgemeester of een wethouder die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins
persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de gemeente, onthoudt
zich van deelname aan de beraadslaging en besluitvorming over de betreffende opdracht.
3.6 De burgemeester noch een wethouder neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente of
een indiener van een verzoek, geschenken, faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten
opzichte van de aanbieder of indiener kunnen bei'nvloeden.
3.7 De burgemeester en de wethouders vervullen geen nevenfuncties die een structured risico vormen
voor een integere invulling van het ambt.
3.8 De burgemeester en de wethouders geven ten behoeve van de openbaarmaking van hun