6.4 De burgemeester en de wethouders die het voornemen hebben, uit hoofde van zijn functie, een
buitenlandse reis te maken of zijn uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van
derden, hebben vooraf toestemming nodig van het college. Het gemeentelijk belang van de reis is
doorslaggevend voor de besluitvorming. Indien toestemming aan de burgemeester of een wethouder
wordt verleend, wordt de gemeenteraad van de besluitvorming in het college op de hoogte gesteld.
6.5 De burgemeester en de wethouders melden het voornemen tot een buitenlandse reis of een
uitnodiging daartoe in het bestuursorgaan waar zij deel van uitmaken en verschaffen daarbij informatie
over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap,
de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.
6.6 Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een politieke ambtsdrager naar en in
het buitenland is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij
en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de
besluitvorming betrokken.
6.7 Het anderszins meereizen naar en in het buitenland van derden op kosten van de gemeente is niet
toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de
besluitvorming betrokken.
6.8 Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privedoeleinden is toegestaan, mits dit is
betrokken bij de besluitvorming. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van het
betreffende collegelid.
6.9 Gebruik van gemeentelijke eigendommen of -voorzieningen voor privedoeleinden is niet toegestaan
tenzij het betreft de bruikleen van een fax, mobiele telefoon en computer die mede voor
privedoeleinden kunnen worden gebruikt.
7 Relatie met de raad
De burgemeester en de wethouders geven er in hun optreden blijk van de raad te respecteren als het
hoogste bestuursorgaan van de gemeente. Zij zijn zorgvuldig en betrouwbaar in de omgang met de raad,
zijn commissies en zijn leden.
8 Relatie in het college
De burgemeester en de wethouders geven er in hun optreden zowel ten opzichte van derden als ten
opzichte van elkaar blijk van het college en de burgemeester te respecteren als dagelijkse
bestuursorganen van de gemeente. Zij zijn zorgvuldig, open en betrouwbaar in hun omgang in het
college en met de burgemeester, en hebben transparante werkrelaties met deze bestuursorganen.
9 Relatie met de ambtelijke organisatie
De burgemeester en de wethouders zijn zorgvuldig, open en betrouwbaar in hun omgang met de
ambtelijke organisatie. Zij hebben transparante werkrelaties met alle medewerkers. De burgemeester en
de wethouders respecteren de professionaliteit van de ambtenaren.
10 Handhaving
10.1 De burgemeester stelt de gedragscode en de naleving ervan een keer per jaar aan de orde in het
college.
10.2 Indien de burgemeester of een wethouder een bepaling van de code overtreedt wordt een
(extern)onderzoek ingesteld.