4.4 Bedrijventerreinen: uitgaan van cumulatieve geluidsbelasting
industrielawaai
Op dit moment wordt op bedrijventerreinen uitgegaan van de geluidsbelasting van een
bedrijf, en niet van de totale gezamenlijke geluidsbelasting van alle bedrijven op het terrein.
Er is geen sprake van een "zonering". De gemeente geeft echter wel de voorkeur aan de
landelijke ontwikkeling te volgen door cumulatie van industrielawaai toe te passen. Het
beleid is er op gericht om dat via het RO-spoor te doen, middels het vastleggen van een
zekere geluidsruimte in dB(A)/m2 op een bestemde kavel met categorie-indeling.
4.5 Niet cumuleren gescheiden lawaaisoorten
In het kader van geluidberekeningen worden de lawaaisoorten: industrielawaai,
wegverkeerslawaai en vliegtuiglawaai niet gecumuleerd beoordeeld, tenzij bijzondere
omstandigheden aanleiding geven voor een bestuurlijke afweging zoals bij het vaststellen
van een hogere waarde.
4.6 Minder bescherming voor woningen op bedrijventerreinen
Een bedrijventerrein heeft als doel om binnen een bepaalde begrenzing bedrijvigheid
mogelijk te maken. Daarbij moeten ondernemers niet onnodig worden belemmerd door
objecten op het bedrijventerrein zelf. Woningen op de bedrijventerreinen krijgen dan ook een
lager beschermingsniveau als woningen in een woonwijk. Op een bedrijventerrein ligt de
maximale grenswaarde van industrielawaai op bedrijfswoningen op 65 dB(A) Dit is 15 dB(A)
hoger dan de grenswaarde van bedrijven op omliggende woningen. Deze grenswaarde van
65 dB(A) is 10 dB(A) hoger dan geregeld in het huidige Activiteitenbesluit waaronder de
meeste bedrijven vallen. De gemeente kan alleen op basis van een gemotiveerd besluit
(maatwerkvoorschriften) een hogere waarde dan 55 dB(A) toestaan. Bij bedrijven die
vergunningplichtig zijn kan dezelfde systematiek worden toegepast. Uiteraard blijft de LAeq-
grenswaarde van 35 dB(A) etmaalwaarde, dan wel de Lden-grenswaarde (bij
wegverkeerslawaai) van 33 dB etmaalwaarde voor het maximale binnenniveau wel
gewaarborgd
4.7 Bron-Overdracht-Ontvanger maatregelen
Bij het nemen van maatregelen ter beperking of voorkoming van geluidsoverlast wordt zowel
voor industrielawaai als voor verkeerslawaai de prioriteit gelegd bij maatregelen aan de
bron. Als daar onvoldoende effect wordt bereikt komen maatregelen in de overdracht (wallen
of schermen) in aanmerking. Als laatste worden maatregelen bij de ontvanger (bijvoorbeeld
gevelisolatie) overwogen. Deze volgorde in te nemen maatregelen geldt zowel voor industrie
als verkeerslawaai. De achtergrond bij deze gedachte is dat deze volgorde een zo klein
mogelijk gebied aan een hoog geluidsniveau bloot stelt. Dit leidt tot een efficient gebruik van
de ruimte.
4.8 Onderscheid oude en nieuwe situaties
Geluidbeleid heeft betrekking op bijzonder uiteenlopende situaties. Een belangrijk
onderscheid moet worden gemaakt tussen nieuwe en oude situaties. Nieuwe situaties doen
zich voor wanneer bijvoorbeeld een bedrijf zich ergens vestigt of een nieuwe woonwijk wordt
gebouwd. Ook bij het aanleggen of reconstrueren van wegen is sprake van een nieuwe
situatie. In een bestaande situatie zijn al deze elementen al aanwezig. Het spreekt vanzelf
dat in bestaande situaties waar het leefklimaat niet optimaal is, de mogelijkheden beperkt
zijn om hier iets aan te doen. Bijvoorbeeld vanwege bestaande rechten, al dan niet
vastgelegd in vergunningen. Ook beperkte ruimte en budget spelen hierbij een rol.
- 16-
Geluidbeleid Leeuwarderadeel december 2013