Senioren: van koop naar huur
4.4 Vraag- en aanbodbalansen eigen inwoners
Hieronder worden de woonwensen van senioren gepresenteerd. Dit betreft een- en tweepersoonshuis-
houdens van 55 jaar en ouder die nu al zelfstandig wonen en naar een andere woning willen verhuizen.
Tabel 4.6: Gemeente Leeuwarderadeel. Vraag- en aanbodprofiel huur- en koopsector voor senioren, periode 2014 - 2018
Een- en tweepersoonshuishoudens 55 jaar eo
Huidig
Gewenst
Huurwoning
13%
65%
Eengezinswoning
11%
3%
Appartement
0%
42%
0-treden grondgebonden
2%
19%
tot €374
2%
7%
€374 - €681
10%
38%
vanaf€681
1%
20%
Koopwoning
87%
35%
Rij hoekwoning
19%
0%
(Half) vrijstaand
68%
10%
Appartement
0%
19%
Nultreden grondgebonden
0%
5%
tot €150.000
16%
3%
€150.000 - €200.000
27%
12%
€200.000 - €250.000
22%
9%
vanaf €250.000
21%
11%
Bron: Woonenquete Companen (2014).
Uit alle woonwensonderzoeken blijkt dat senioren bij verhuizing vooral een huurwoning zoeken. Dit
geldt ook voor de woonwensen van senioren in Leeuwarderadeel. Van hen woont 13% nu in een
huurwoning en tweederde van de verhuisgeneigde senioren zoekt een huurwoning. Men wil dus
van koop naar huur verhuizen. Jongere senioren (tot 65 jaar) willen nog wel kopen, maar vanaf
65 jaar willen senioren massaal naar de huursector. Zij zijn dan vooral op zoek naar geschiktere
woningen. Momenteel woont 2% van de senioren in een voor senioren geschikte huurwoning
(appartement of grondgebonden seniorenwoning) en 61% zoekt dit type huurwoning.
Bij de keuze voor een huurwoning hebben de senioren, meer dan voorheen, een realistisch prijs-
niveau voor ogen. Senioren met een inkomen boven de 34.678 (EU-toelatingsgrens voor de
sociale huursector) komen niet in aanmerking voor een sociale huurwoning tot de liberaliserings-
grens. Meer senioren realiseren zich dit en 20% van de verhuisgeneigde senioren zoekt dan ook een
huurwoning boven de 681.
Uitgangspunten vraag-aanbod-balansen
Bij het samenstellen van de vraag- en aanbodbalans zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
In de eerste plaats is de omvang van de woningbehoefte voor de gemeente als geheel bepaald. Dit
is afhankelijk van het uitgangspunt dat wordt gekozen. Voor de komende tien jaar varieert die
kwantitatieve woningbehoefte tussen de 30 woningen per jaar (eigen woningbehoefte bij migratie-
saldo 0) en de 10 woningen per jaar (trendmatige woningbehoefte bij migratiesaldo is -50 per
jaar). Hier is voorlopig uitgegaan van gemiddeld 20 woningen per jaar.
Uit de enquete is een duidelijk beeld af te leiden voor de huidige woonsituatie van de verschillende
typen huishoudens (huishoudens tot 55 jaar en huishoudens vanaf 55 jaar). Vervolgens is de
081.101/g Integraal woningbehoefteonderzoek 2014
21