9.4.2 Benadering van de werkelijke lasten Pastiel De werkelijke lasten van de pilot Pastiel kunnen worden berekend door bij de projectkosten ook het "om niet" ingebrachte gemeentelijk personeel op geld te waarderen. Een vergelijking met eerdere jaren is alleen mogelijk op hoofdlijnen, waarbij alle participatielasten in kaart worden gebracht. In paragraaf 9.4.3 wordt hier nader op ingegaan. Voor het projectjaar zijn de volgende daadwerkelijke lasten te onderscheiden: Bijdrage uit het participatiebudget van de gemeenten ad 1.780.000 (zie begroting paragraaf 9.2) ESF-subsidie ad 300.000 (zie begroting paragraaf 9.2) Kosten 'om niet' ingebracht personeel ad 1.050.000 (16,15 fte a 65.000 door gemeentelijke partners) In totaal heeft Pastiel dus 3.130.000 gekost. Los van de harde cijfers is er voor dit bedrag een waardevolle werkgeversdienstverlening en een waardevol netwerk opgebouwd. Er is een centraal punt waar de werkgevers terecht kunnen voor hun potentiele werknemers en ondersteuningsvragen. Daarnaast worden vele potentiele werknemers dagelijks begeleid, gestimuleerd en ondersteund bij hun persoonlijke ontwikkeling op weg naar een baan. Daarbij is maatwerk en de menselijke maat steeds meer centraal komen te staan. Door de samenhang van WGD en WND is de vraag "wat kost uitstroom" niet te beantwoorden en is een vergelijking met bijvoorbeeld uitzendbureaus hetzelfde als appels en peren vergelijken. Met de pilotinvestering is een fundament voor een nieuwe en effectieve manier van samenwerken gelegd. Uit de onderzoeken spreek veel waardering en de uitstroom is goed op gang gekomen. 9.4.3 Breder perspectief Financieel totaaloverzicht Een zeer belangrijk aspect bij het inzichtelijk maken van de cijfers is het beschikbaar hebben van betrouwbare en vergelijkbare gegevens. Het project Pastiel heeft ervoor gezorgd dat tijdens het pilotjaar veel aandacht is uitgegaan naar deze cijfers. Echter, cijfers uit eerdere jaargangen hebben deze aandacht niet kunnen krijgen. Om toch een goede vergelijking mogelijk te maken is gebruik gemaakt van jaarrekeningen. Nadeel van een dergelijke rapportage is dat die vaak niet op detailniveau de gewenste informatie bevat. Uit onderstaand overzicht (afgerond op €100.000) wordt de daling van het participatiebudget in de regio West-Fryslan duidelijk. 2011 2012 2013 SWF/Lit. 6.900.000 4.500.000 4.100.000 DFM 1.800.000 1.600.000 1.400.000 NWF 5.000.000 2.900.000 3.000.000 Totaal 13.700.000 9.000.000 8.500.000 Participatielasten plus personeel, regio West-Fryslan Naast het Participatiebudget zet de gemeente ook personeel in voor participatie betaald uit de algemene middelen. Hieronder een overzicht van de totale lasten in de jaren 2011, 2012 en 2013. Dit totale bedrag is niet afgezet tegen de gerealiseerde uitstroom want hierdoor

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2014 | | pagina 116