10
3D'sNWF
Inkoop. sturina en financiering
Hz/250614
3. Financiering
3.1 Huidige versus nieuwe budgetten
Onze gemeenten krijgen vanaf 2015 meer taken om onze inwoners te ondersteunen op de gebieden
wonen, werken, inkomen, opvoeden en gezondheid. Taken die nu nog door het Rijk en de provincie
worden uitgevoerd. Onze gemeenten moeten deze taken uitvoeren met minder geld dan er nu voor
beschikbaar is. In de meicirculaire 2014 zijn de budgetten 2015 definitief bekendgemaakt voor Wmo
2015 en Jeugdzorg. De verdeiing van het participatiebudget is halverwege juni door het ministerie
bekend gemaakt.
De budgetten voor 2015 zijn historisch bepaald. Vanaf 2016 wordt een verdeelmodel ingevoerd. Dit
betekent dat de budgetten voor 2016 een indicatie zijn en nog zullen wijzigen.
Globaal kan het onderstaande overzicht worden gehanteerd (bedragen x 1.000):
Noardwest Fryslan
Budget
2014
2015
2016
2017
Parti cipatie
13.521
13.026
12.311
11.578
Wmo Integratieuitkering (huidige taak)
9.136
6.662
6.662
6.662
Wmo nieuw takenpakket (AWBZ)
14.696
12.454
13.049
12.687
Jeugdzorg
20.095
19.174
18.901
18.256
Totaal budget nieuwe taken Integratieuitkering Wmo
57.447
51.317
50.923
49.183
Procentuele budgetafname t.o.v. het voorgaand jaar
-11%
-1%
-3%
Cumuiatieve budgetafname t.o.v. jaar 2014
-11%
-11%
-15%
Bovenstaande tabel geeft een overzicht van de nieuwe middelen die vanaf 2015 overkomen naar
onze gemeenten. Hierbij is er inzicht gegeven in het verloop van het Participatiebudget en in de
flinke afname van de Wmo Integratieuitkering (met name voor huishoudelijke hulp). De budgetten
die in 2015 vanuit de AWBZ en de Jeugdzorg gekort naar de gemeente overkomen, zijn
teruggerekend naar de volledige omvang en alvast indicatief in 2014 in de tabel vermeld. In de jaren
2015 tot 2017 vindt een verdere korting van de budgetten plaats. De totale korting die per 2017
moet zijn doorgevoerd bedraagt voor de gemeenten in Noordwest-Fryslan 8,3 miljoen.
3.2 Verzilveringsstrategie
Voor het jaar 2015 hebben we te maken met nieuwe inhoudelijke opgaven en forse bezuinigingen.
Voor deze opgave moeten we met bestaande en ook nieuwe aanbieders contracten afsluiten. De
contractering moet plaatsvinden binnen de wettelijke kaders van het overgangsrecht en afspraken
rond de overgang jeugd (regionaal transitie arrangement, RTA).
Om de nieuwe taken uit te kunnen voeren met de nieuwe budgetten, kan gekozen worden tussen
twee benaderingen.
De eerste benadering is het een op een doorvertalen van de kortingen naar het betreffende
beleidsveld. Bijvoorbeeld de korting van 40% op het budget voor huishoudelijke hulp resulteert in
40% minder huishoudelijke hulp voor bestaande clienten. De toegang tot bepaalde voorzieningen
wordt dus fors ingeperkt. De inwoners zullen de grootste verandering ondervinden van deze
werkwijze, zij worden rechtstreeks geraakt. De toenemende zorgvraag is dan nog buiten
beschouwing gelaten.
In de tweede benadering staan de inhoudelijke doelstellingen van vernieuwing in het sociale domein
centraal, die gerealiseerd kunnen worden door een afsprakenkader met aanbieders en inwoners. De
centrale doelstelling van de tweede benadering is dat de bezuinigingen zoveel mogelijk gerealiseerd
worden door de maatschappelijke ondersteuning te bieden vanuit sterkere basisvoorzieningen en