gemakkelijk toepasbaar is en zij op elk moment kunnen inzien wat de stand van het budget is. Zo is er
een maximale controle op de besteding van het PGB.
In de verordening wordt opgenomen op welke wijze de hoogte van het PGB wordt bepaald. Mogelijke
criteria zijn:
Bij inzet van het sociale netwerk een percentage van het tarief van een maatwerkvoorziening
beschikbaar te stellen (bijvoorbeeld 50%).
Voor inzet van ongekwalificeerde ondersteuners een percentage van het tarief van een
maatwerkvoorziening beschikbaar te stellen (bijvoorbeeld 75%).
Een lager maximum PGB voor inzet van mensen uit het sociale netwerk vormt en prikkelt de eigen
inzet en draagt zo bij aan de kostenbeperking.
Beleidskeuze:
Bij toekenning van een PGB de hoogte van het PGB maximeren tot 100% van de kosten van
een maatwerkvoorziening.
Bij inzet van het sociale netwerk een percentage van maximaal 75% van het tarief van een
maatwerk-voorziening beschikbaar stellen.
Bij inzet van ongekwalificeerde ondersteuners een percentage van het tarief van een
maatwerkvoorziening beschikbaar stellen.
De voorwaarden voor het verstrekken van een PGB worden in de Verordening opgenomen.
Naast de huidige groep PGB clienten komen er volgend jaar uit de AWBZ en de Jeugdzorg nieuwe
clienten over die, met een PGB begeleiding en persoonlijke verzorging inkopen. Voor deze groep
geldt dat de 'oude' PGB indicaties nog maximaal een jaar doorlopen. Indicaties die in de loop van
2015 eindigen, krijgen direct een nieuwe indicatie. Omdat de indicaties volgens het overgangsrecht
nog maximaal een jaar doorlopen, betekent dit dat er volgend jaar minimaal in de kosten gesneden kan
worden. Daarom willen we zo spoedig mogelijk, in de eerste helft van 2015 alle PGB-indicaties van
overgangsclienten her-indiceren. De verwachting is dat hiermee de kosten voor de PGB's vanaf 2016
zullen dalen.
Beleidskeuze:
Alle PGB-clienten worden in het eerste half jaar van 2015 opnieuw gei'ndiceerd, clienten zijn
daardoor tijdig gei'nformeerd en hen wordt een ruime overgangstermijn aangeboden.
Vanaf 1 januari 2016 kunnen PGB clienten met een nieuwe indicatie, die rekening houdt met de
inzet van het eigen sociale netwerk, zorg inkopen.
1.6.3. Participatie burgers en clienten
In de nieuwe aanpak is participatie van burgers en van clienten de eerste voorwaarde. De nieuwe
aanpak in het sociale domein vraagt een bredere betrokkenheid. De gemeenten hebben twee functies
nodig. In de eerste plaats hebben gemeentebesturen een gesprekspartner nodig vanuit de burgers en
eventueel experts over de aanpak en de samenwerking. Het gaat om de invulling van de
participatieopgave. Daamaast is de belangenbehartiging van clienten een functie die moet zijn
ingevuld.
De huidige praktijk van participatie en belangenbehartiging geefit een versnipperd beeld. Op regionaal
niveau zijn er over de WSW, de WWB en onderdelen van de Wmo overlegplatforms in de vorm
Clientenraad WWB NWF, Wmo-koepel SW raad. In bijlage 3 zijn de taken nader beschreven.
Daarnaast functioneren in de meeste gemeenten Wmo-raden, die de gesprekspartner voor de
gemeenteraad en de colleges vormen. Er is in de praktijk te weinig samenhang. De decentralisaties
leiden bovendien tot de behoefte om de participatie breder te organiseren. Er is bijvoorbeeld nog geen
goede vorm voor de betrokkenheid van jeugd. En er is de wens om niet alleen met clientengroepen te
8