altijd opgelegd kan worden en los staat van de pilot. De pilot is erop gericht om het
mogelijk opleggen van een huisverbod bij de kindermishandeling zorgvuldig voor te
bereiden. Het gaat immer om een 'vermoeden' van. Hiervoor is andere
dossiervorming nodig dan bij een casus van (fysiek) huiselijk geweld. Bij de evaluatie
wordt o.a. gekeken of er een provinciaal weegteam komt of dat alle gemeenten dit
individueel moeten oppakken.
9. Vanuit het Veiligheidshuis is de provinciale samenwerking op het terrein van
veiligheid doorontwikkeld. Hierbij wordt steeds meer de samenhang in aanpak met
de zorgketen vormgegeven voor de zeer complexe casuistiek waar de zorg- en
justitiele keten gezamenlijk naar een aanpak zoeken. De inzet is gericht op een steeds
doelmatiger mix van zorg en repressie.
10. In de praktijk komt het nog regelmatig voor dat meerdere hulpverleners zich
bezighouden met dezelfde jongere of hetzelfde gezin, zonder dat ze dat van elkaar
weten. Om te voorkomen dat hulpverleners langs elkaar heen werken, is de
Verwijsindex ingevoerd. Hulpverleners willen elkaar vinden als ze zich zorgen maken
over hetzelfde kind. De Verwijsindex helpt hen hierbij. Dit samenwerkingsinstrument
wordt preventief ingezet om professionals sneller met elkaar in contact te brengen.
De professional die zich zorgen maakt over een kind, kan dat digitaal signaleren. Als
een andere professional ook een signaal afgeeft, ontvangen ze beiden een mail met
elkaars gegevens. Zo kunnen hulpverleners in een vroegtijdig stadium contact met
elkaar opnemen voor snellere en beter afgestemde hulp aan de jeugdige of het gezin.
Deze succesvolle bouwstenen vanuit de domeinen jeugd, veiligheid en Wmo worden benut
in de verdere vormgeving van een gei'ntegreerde ketenaanpak van huiselijk geweld en
kindermishandeling.
In de bijlage 4 zijn actuele cijfers van de DHHG op een rij gezet. In bijlage 5 die van het AMK.
Deze informatie toont de aantallen in 2013. Uit de overzichten van de DHHG blijkt dat
Fryslan te maken heeft met stijgende aantallen. Deels wordt dit veroorzaakt door betere
signalering en meer aandacht voor ouderenmishandeling.
1.4 Proces vormgeving regiovisie
Voor het maken van de regiovisie is een aantal stappen gezet. Er is een ambtelijke
begeleidingsgroep samengesteld waaraan alle Friese regio's deelnemen en deskundigheid
vanuit de sectoren veiligheid, jeugd en Wmo is gewaarborgd. In bijlage 6 is beschreven hoe
dit proces is vormgegeven en hoe organisaties en clienten (afvaardiging Bureau Jeugdzorg,
Fier Fryslan en WMO raden) hun bijdrage hebben geleverd. In bijlage7 zijn aanbevelingen
van deze clienten verwoord die van belang zijn voor de nog te formuleren
uitvoeringsplannen ter concretisering van de regiovisie.
11