Hoofdstuk 4 Afspraken
In dit hoofdstuk is beschreven hoe de Friese gemeenten de uitgangspunten vertalen in
afspraken. Door uitvoering hiervan is de verwachting dat er op termijn minder een beroep
wordt gedaan op de aanpak die gericht is op herstellen van de veiligheid voor de
betrokkenen. De reden hiervoor is dat de gemeenten effectiever worden in het voorkomen
dan wel vroegtijdig oppakken van signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Op
dit moment is er geen beeld van hoe succesvol het lokale gemeentelijke beleid en het
bovenlokale beleid is. Ook op het landelijke niveau ontbreekt dit. Er zijn geen afspraken
over beoogde maatschappelijke effecten en prestatie indicatoren op basis waarvan beleid en
uitvoering kunnen worden beoordeeld. Daarom is het belangrijk dat de Friese gemeenten
met elkaar afspreken welke maatschappelijke effecten gewenst zijn. Ook is het nodig om
afspraken te maken over welke prestatie-indicatoren gebruikt worden om de inzet op het
terrein van kindermishandeling en huiselijk geweld te meten. Hierbij wordt de prestatie-
indicatorvan gemeente Leeuwarden voor het huiselijk geweld betrokken. Hierin is als doel
gesteld dat het aantal herhalingsmeldingen jaarlijks met 10% afneemt.
Op basis hiervan sturen en beoordelen de Friese gemeenten of de voorgestelde maatregelen
doelmatig en doeltreffend zijn. De Friese gemeenten brengen hun ideeen hieromtrent bij de
VNG onder de aandacht en maken bij de Friese uitwerking gebruik van landelijke input.
Landelijk wordt het ontbreken van een monitor op verschillende plaatsen geconstateerd. De
verwachting is dat de VNG het voortouw zal nemen om dit te agenderen en hiervoor een
voorstel te ontwikkelen. De eerste lokale uitvoeringsplannen 2015/2016 en heteerste
bovenlokale uitvoeringsplan 2015/2016 worden op basis van deze monitoring in 2016
geevalueerd, en indien nodig leidt dit tot aanpassingen in de beleidsuitvoering. Deze
evaluatie bepaalt de inhoud van de hierna te maken uitvoeringsplannen en de
resultaatafspraken die met organisaties worden gemaakt.
Afspraak 1:
De Friese gemeenten ontwikkelen in samenwerking met de VNG een voorstel
voor monitoring voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Hierin zijn beoogde
maatschappelijke effecten en prestatie indicatoren benoemd. Deze prestatie
indicatoren vormen de basis voor de lokale uitvoeringsplannen en het
bovenlokale uitvoeringsplan. De monitoring van de uitvoeringsplannen wordt
gekoppeld aan de voorgenomen evaluatie van Veilig Thuis Fryslan1 (AMHK).
4.1 Taken
In deze regiovisie voor huiselijk geweld en kindermishandeling onderscheiden we vijf
categorieen taken:
Preventie
(Vroeg)Signalering en melding
Planvorming en regievoering
20