provinciaal niveau te blijven organiseren. Het betreft hier relatief kleine doelgroepen, waarvoor een beperkt aanbod beschikbaar is. Vaak gaat het om dure vormen van zorg, of is hiervoor specifieke kennis nodig van de inkopende partij. Door gezamenlijk op te trekken wordt het mogelijk krachten te bundelen en efficienter en effectiever in te kopen en de relatie met zorgaanbieders en werkgevers in te vullen. Om bovenstaande redenen achten de Friese gemeenten het - in ieder geval voorlopig - opportuun deze taken waar het betreft de beleidsvoorbereiding en inkoop van zorg via samenwerking op te pakken. In dat licht hebben de colleges van de 24 Friese gemeenten besloten om in te gaan op het aanbod van de gemeente Leeuwarden om de dienstverlener in de vorm van een centrumconstructie te zijn voor de uitvoering van bovengenoemde taken. Tot nu toe is de samenwerking in Fryslan voornamelijk gericht geweest op het vinden van onderlinge afstemming en het gezamenlijk voorbereiden en voorsorteren op de nieuwe taken die in het kader van de decentralisaties in het sociaal domein op de gemeenten afkomen. Het is een pragmatische manier van samenwerken; iokaal doen wat lokaa! kan en bovenlokaa! gezamenlijk optrekken waar daaruit profijt kan worden getrokken. Deze pragmatische manier van samenwerken is ook leidend voor het vervolg. Concreet betekent dit dat beleid en programmabudgetten Iokaal vastgesteld en beheerd blijven worden. Ook blijft Iokaal beslist worden over de inzet van zorg in een concreet geval. De samenwerking tussen de Friese gemeenten zal daarmee met name gericht zijn op het invullen van de (meer administratieve aspecten van de) opdrachtgevende relatie richting de betrokken instellingen. De gemeente Leeuwarden zal, als centrumgemeente, namens de Friese gemeenten de opdrachtgevende rol vervullen. In actieve interactie met de andere Friese gemeenten zal de gemeente Leeuwarden op ambtelijk niveau, rekening houdend met de specifieke situatie van gemeenten, beleid voorbereiden ten aanzien van de taken waarop wordt samengewerkt. Op deze wijze kan effectief gezamenlijk worden ingekocht, zonder dat de bevoegdheid van de colleges van burgemeester en wethouders wordt aangetast. In dat kader is nog van belang beleidsvoorbereiding en beleidsafstemming van elkaar te onderscheiden. Beleidsafstemming heeft betrekking op het maken van afspraken op bestuurlijk niveau over beleidsaspecten. Daarmee onderscheidt beleidsafstemming zich van beleidsvoorbereiding, dat op ambtelijk niveau plaatsvindt. Praktisch gezien zal de centrumconstructie, zoals hiervoor beschreven, samen met vertegenwoordigers van de gemeenten voorstellen formuleren voor te voeren beleid ten aanzien van de haar opgedragen taken. Deze voorstellen worden besproken in het portefeuillehoudersoverleg Sociaal Domein van de Vereniging van Friese gemeenten, waarna elke portefeuillehouder de voorstellen in zijn of haar eigen college bespreekt. Het is uiteindelijk het college van de eigen gemeente dat het voorstel aanneemt of niet. Ais de voorstellen zijn aangenomen, kan de centrumconstructie de uitvoering oppakken. Argumenten: 1.1 Gewenste samenwerking Friese gemeenten De colleges van de 24 Friese gemeenten zijn voornemens om ten behoeve van de hierboven beschreven gewenste samenwerking bijgevoegde centrumregeling te treffen. Het betreft een lichte publiekrechtelijke overeenkomst, als bedoeld in artikel 8, derde lid1 van de Wgr. Kort gezegd komt 1 De verwijzing naar artikel 8, derde lid van de Wgr is gebaseerd op de huidige tekst van de Wgr. Na inwerkingtreding van de "Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en een aantal andere wetten in verband met de dualisering van het gemeente- en provinciebestuur en de invoering van een bedrijfsvoeringsorganisatie met rechtspersoonlijkheid, alsmede regeling van

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2014 | | pagina 138