d. naar het oordeel van het dagelijks bestuur de voorziening onvoldoende bijdraagt aan een snelle arbeidsinschakeling; e. de voorziening naar het oordeel van het dagelijks bestuur niet meer geschikt is voor de persoon die gebruik maakt van de voorziening; f. de persoon die aan de voorziening deelneemt niet naar behoren gebruik maakt van de aangeboden voorziening; g. de persoon die aan de voorziening deelneemt niet meer voldoet aan de voorwaarden die in deze verordening worden gesteld om in aanmerking te komen voor die voorziening. 3. Wanneer een voorziening is beeindigd en niet het beoogde doel heeft gehad, kan het dagelijks bestuur besluiten geen nieuwe voorziening aan de belanghebbende aan te bieden. Artikel 4. Eigen bijdrage 1. Een eigen bijdrage wordt in rekening gebracht voor de niet-uitkeringsgerechtigde of ingeval de niet-uitkeringsgerechtigde deel uitmaakt van een gezamenlijke huishouding, als be- doeld in artikel 3 van de Participatiewet, met een gezamenlijk inkomen hoger dan 150% van het van toepassing zijnde wettelijk minimum loon. 2. De eigen bijdrage die in rekening wordt gebracht is gelijk aan de gemaakte kosten van het door het dagelijks bestuur aangeboden voorziening. Artikel 5. Budgetplafonds 1. Het dagelijks bestuur kan besluiten tot het instellen van een of meer budgetplafonds voor de verschillende voorzieningen en/of doelgroepen. 2. Een door het dagelijks bestuur in het eerste lid genoemde budgetplatform vormt een weige- ringsgrond bij de aanspraak op een voorziening. Artikel 6. Scholing 1. Het dagelijks bestuur kan een persoon die behoort tot de doelgroep een scholingstraject aan- bieden. 2. Een scholingstraject voldoet in ieder geval aan de volgende eisen: a. zonder inzet van de scholing is het verwerven of behouden van arbeid naar het oor deel van het dagelijks bestuur niet haalbaar; b. de scholing moet aansluiten bij de krachten of bekwaamheden van de persoon; en c. de scholing die ingezet wordt beslaat maximaal een periode van twee jaar. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op personen als bedoeld in artikel 7, derde lid, onderdeel a, van de Participatiewet. Pagina 3-13 Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2014 | | pagina 182