Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1. Begrippen
Begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, Algemene wet bestuursrecht of de Gemeente-
wet worden niet afzonderlijk gedefinieerd in deze verordening. Deze zijn
vanzelfsprekend van toepassing op deze verordening.
Artikel 2. Evenwichtige verdeling en financiering
Op grond van artike! 8a, tweede iid, onderdee! a, van de Participatiewet moet de gemeenteraad in de
verordening ten aanzien van de aangeboden voorzieningen vastleggen hoe
rekening wordt gehouden met de omstandigheden en de functionele beperkingen van personen. Hier-
in ligt besloten dat de gemeenteraad ook rekening houdt met de
omstandigheden en functionele beperkingen van personen met een handicap. Dit is in
overeenstemming met het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. De doelstel-
ling van dit verdrag is het bevorderen, beschermen en waarborgen van het volledige genot door alle
personen met een handicap van alle mensenrechten en fundamentele
vrijheden op voet van gelijkheid en het bevorderen van de eerbiediging van hun inherente waardig-
heid. In dit artikel is aan het voorgaande uitvoering gegeven.
Het is aan het dagelijks bestuur om te zorgen voor een voldoende en passend aanbod van voorzienin
gen. Het dagelijks bestuur heeft daarbij te maken met beperkte middelen, terwijl de vraag naar onder-
steuning afhankelijk is van een veelheid aan sociaal economische factoren. Dat maakt dat het dagelijks
bestuur bepaalt voor welke inwoners die tot de doelgroep van de Participatiewet behoren, zij bepaal-
de voorzieningen gaan inzetten.
Artikel 3. Algemene bepalingen over voorzieningen
De Participatiewet schrijft niet uitputtend voor welke voorzieningen het college i.e. het dagelijks be
stuur aan moet bieden. Het enige criterium is dat de voorziening gericht moet zijn op de arbeidsin-
schakeling en moet bijdragen aan het (op termijn) mogelijk maken van reguliere
arbeid door een persoon. Al naar gelang de afstand van een persoon tot de arbeidsmarkt kan een
voorziening gericht zijn op bijvoorbeeld sociale activering en het voorkomen van een
isolement (zoals het doen van vrijwilligerswerk met behoud van uitkering), het leren van
vaardigheden of kennis, of het opdoen van werkervaring (bijvoorbeeld via gesubsidieerd werk). Ook is
het mogelijk dat in een individuele situatie een persoonsgebonden
re-integratiebudget ter beschikking wordt gesteld.
Beeindigingsgronden
Pagina 8-13
Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015