Personen jonger dan 27 jaar die nog mogelijkheden hebben binnen het uit's Rijks kas
bekostigde onderwijs kunnen sinds 1 juli 2012 geen voorziening ontvangen die hen
ondersteunt bij de arbeidsinschakeling (artikel 7, derde lid, onderdeel a, van de
Participatiewet).
Startkwalificatie
Jongeren worden geacht minimaal te beschikken over een startkwalificatie. Hierdoor
beschikken zij over een betere startpositie op de arbeidsmarkt.
Onder startkwalificatie wordt verstaan een havo- of VWO-diploma of een diploma van het
middelbaar beroepsonderwijs (mbo), niveau twee.
Scholing kan worden aangeboden aan personen met of zonder een dergelijke startkwalificatie. Vooral
voor personen zonder startkwalificatie kan scholing noodzakelijk zijn voor de
re-integratie.
Scholing in combinatie met participatieplaats
Wanneer een persoon die in aanmerking is gebracht voor een participatieplaats niet over een start
kwalificatie beschikt, dient het dagelijks bestuuraan deze persoon scholing of opleiding aan te bieden.
Dit geldt vanaf zes maanden na aanvang van de werkzaamheden op de
participatieplaats. De scholing of opleiding moet zijn gericht zijn vergroting van de kansen op de ar
beidsmarkt. Het dagelijks bestuur hoeft aan een persoon alleen geen scholing of
opleiding aan te bieden als dergelijke scholing of opleiding naar zijn oordeel de krachten of bekwaam-
heden van de persoon te boven gaan of als naar zijn oordeel scholing of opleiding niet bijdraagt aan
vergroting van de kans op inschakeling in het arbeidsproces van de
persoon. Dit volgt uit artikel 10a, vijfde lid, van de Participatiewet.
Artikel 7. Participatieplaats
Een participatieplaats is bedoeld voor personen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Voor
personen jonger dan 27 jaar is ondersteuning in de vorm van een participatieplaats niet mogelijk (arti
kel 7, achtste lid, van de Participatiewet). Het dagelijks bestuur kan daarom ook enkel aan personen
van 27 jaar of ouder met recht op algemene bijstand een
participatieplaats aanbieden.
Additionele werkzaamheden
Op een participatieplaats worden additionele werkzaamheden verricht. Niet de te verrichten werk
zaamheden staan centraal maar het leren werken of het (opnieuw) wennen aan werken. Aspecten als
omgaan met gezag, op tijd komen, werkritme en samenwerking met collega's zijn allemaal zaken
waaraan in een participatieplaats gewerkt kan worden. Ook kan hiermee worden beoordeeld of het
werkterrein past bij de capaciteiten van de uitkeringsgerechtigde, zodat een persoon bijvoorbeeld een
opleiding op het betreffende terrein kan gaan volgen en daarmee voor zichzelf een duurzaam perspec-
tief op arbeid kan realiseren. De duur van de participatieplaats is wettelijk beperkt tot maximaal vier
jaar (artikel 10a van de Participatiewet). Na negen maanden wordt beoordeeld door het dagelijks be
stuur of de participatieplaats de kans op arbeidsinschakeling heeft vergroot (artikel 10a, achtste lid,
van de Participatiewet).
Zo niet dan wordt de participatieplaats beeindigd. Uiterlijk 24 maanden na aanvang van de participa-
Pagina 10-13
Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015