tieplaats wordt opnieuw beoordeeld of de participatieplaats wordt voorgezet. Als de dienst conclu-
deert dat voortzetting van de participatieplaats met het oog op in de persoon
gelegen factoren aanmerkelijk bijdraagt tot de arbeidsinschakeling, dan kan de
participatieplaats nog een jaar verlengd worden. Echter in dat geval dient een andere
werkomgeving geboden te worden (artikel 10a, negende lid, van de Participatiewet). Na 36 maanden
vindt opnieuw een dergelijke beoordeling plaats (artikel 10a, tiende lid, van de
Participatiewet).
Premie
De persoon die werkzaamheden verricht op een participatieplaats heeft recht op een premie voor het
eerst na zes maanden en vervolgens iedere zes maanden na aanvang van de
additionele werkzaamheden (artikel 10a, zesde lid, van de Participatiewet). Voorwaarde is dat de per
soon naar het oordeel van het dagelijks bestuur voldoende heeft meegewerkt aan het vergroten van
zijn kansen op de arbeidsmarkt. De hoogte van de premie moet in de
verordening vastgelegd worden (artikel 8a, eerste lid, onderdeel d, van de Participatiewet).
De premie wordt vrijgelaten op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel j, van de
Participatiewet. In verband hiermee is de hoogte van de premie begrensd door het in de
vrijlatingsbepaling genoemde bedrag. Daarnaast moet bij het bepalen van de hoogte van de
premie ook de risico's van de armoedeval worden betrokken.1 Er is gekozen voor een premie van tel-
kens 100,- per zes maanden.
Artikel 8. Participatievoorziening beschut werk
Het dagelijks bestuur kan de voorziening beschut werk aanbieden aan een persoon uit de doelgroep
die door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige
mate van begeleiding op en aanpassingen van de werkplek nodig heeft dat niet van een
reguliere werkgever redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat hij deze in dienst neemt.
Stap 1: voorselectie
Ten behoeve van de participatievoorziening beschut werk voert de dienst een voorselectie uit. Tijdens
de voorselectie bepaalt het dagelijks bestuur welke mensen in aanmerking kunnen komen voor be
schut werk, en op welk moment. In de verordening moet vastgelegd worden hoe zij deze voorselectie
uitvoeren.2 Daarom is in het tweede lid bepaald dat het dagelijks
bestuur uitsluitend personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt selecteert voor de
beoordeling of zij uitsluitend in een beschutte omgeving mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heb-
ben. Voor dit criterium is gekozen omdat personen met een korte afstand tot de
arbeidsmarkt veelal niet uitsluitend in een beschutte omgeving mogelijkheden tot
arbeidsparticipatie hebben. Onder de personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt is het aan-
nemelijk dat daartoe personen behoren die uitsluitend in een beschutte omgeving
kunnen werken.
Het dagelijks bestuur kan ambtshalve vaststellen of een persoon uitsluitend in een beschutte omge-
2Kamerstukken II 2007/08 31 577, nr. 3, biz. 12.
3Kamerstukken II 2013/14, 33 161, nr. 113, blz. 3.
Pagina 11-13
Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015