Hoofdstuk 2. Loonwaarde en loonkostensubsidie
Artikel 2. Vaststeiling doelgroep
1. Het dagelijks bestuur stelt vast of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie.
2. Hierbij neemt het dagelijks bestuur de volgende criteria in acht:
a. een persoon moet behoren tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 7, eerste lid, on-
derdeel a, van de Participatiewet;
b. die persoon is niet in staat met voltijdse arbeid het wettelijk minimumloon te
verdienen, en
c. die persoon heeft mogelijkheden tot arbeidsparticipatie.
3. Het dagelijks bestuur kan advies inwinnen over het oordeel of de aanvrager tot de doelgroep loon
kostensubsidie behoort. De adviseur neemt daarbij de in het tweede lid neergelegde criteria in
acht.
Artikel 3. Vaststeiling loonwaarde
1. Het dagelijks bestuur gebruikt de in artikel 4 omschreven wijze om de loonwaarde van een persoon
vast te stellen.
2. Het dagelijks bestuur kan advies inwinnen over de vaststeiling van de loonwaarde van een persoon
uit de doelgroep. Men neemt daarbij de in artikel 4 omschreven methode in acht.
Artikel 4. Wijze bepalen loonwaarde
1. Het dagelijks bestuur maakt gebruik van de loonwaarde-methode om de loonwaarde van een per
soon te bepalen. Het dagelijks bestuur neemt het advies van het Uitvoeringsinstituut werknemers-
verzekeringen over het hanteren van een loonwaarde methode in overweging.
2. De loonwaarde-methode is een objectieve meting van competenties gebaseerd op kennis van
werknemers aan de onderkant van de arbeidsmarkt. De definitieve bepaling van de loonwaarde
vindt eerst plaats na bedrijfsbezoek. De bepaling van loonwaarde wordt vastgelegd in een schrifte-
lijk rapport met advies.
3. Een loonwaarde wordt individueel bepaald als iemand aan 2 criteria voldoet:
a. de persoon behoort tot de doelgroep;
b. er is een werkgever die werk tegen een bepaald cao salaris aanbiedt.
4. De loonwaarde wordt bepaald aan de hand van het inkomen dat ter beschikking wordt gesteld op
basis van de cao van de werkgever, afgezet tegen de prestatiemogelijkheid van de klant om een ar-
beidsprestatie te leveren.
Artikel 5. Loonkostensubsidie
1. Het dagelijks bestuur bepaalt de loonkostensubsidie nadat de loonwaarde is vastgesteld.
2. De loonkostensubsidie bedraagt maximaal 70% van het wettelijk minimum loon voor de werkgever
voor hetverschil tussen de loonwaarde en het wettelijk minimum loon gedurende de arbeidsperio-
de of zoveel korter als het dagelijks bestuur redelijk acht.
Pagina 2-6
Verordening loonkostensubsidie Participatiewet 2015