Artikel 3. Vaststellen loonwaarde
In artikel lOd, eerste lid, van de Participatiewet is bepaald dat als een persoon behoort tot de doel-
groep loonkostensubsidie en een werkgever voornemens is een dienstbetrekking aan te gaan met die
persoon, het dagelijks bestuur de loonwaarde van die persoon vaststelt. Hiervoor is geen aanvraag
vereist. De daartoe aangewezen externe organisatie adviseert het
dagelijks bestuur met betrekking tot de vaststelling van de loonwaarde van een persoon (tweede lid,
van deze verordening). Het dagelijks bestuur stelt uiteindelijk de loonwaarde van een persoon vast. De
vastgestelde loonwaarde legt het dagelijks bestuur vast in een beschikking waartegen zowel de be-
trokken persoon als diens (potentiele) werkgever bezwaar en
beroep kunnen instellen.
In artikel 4 wordt de methode die het dagelijks bestuur gebruikt om de loonwaarde van die persoon te
bepalen omschreven.
Als een dienstbetrekking tot stand komt, verleent het dagelijks bestuur loonkostensubsidie aan de
werkgever met inachtneming van artikel lOd van de Participatiewet.
Artikel 4. Wijze bepalen loonwaarde
De wijze van bepalen van de loonwaarde wordt in regionaal verband overlegd.
Het systeem van de loonwaardebepaling moet kennis hebben van uitstroom van mensen aan de on-
derkant van de arbeidsmarkt. Het systeem heeft een wetenschappelijke basis waarmee voor mensen
aan de onderkant van de arbeidsmarkt een bijdrage wordt verzorgd aan effectieve en efficiente re
integrate.
De dienst zal kiezen voor een betrouwbare methode die de competenties van de werknemer of poten
tiele werknemer meet. Het systeem dient ervaring en kennis te hebben van functies en arbeidsom-
standigheden aan de onderkant van de arbeidsmarkt. De definitieve bepaling van de loonwaarde vindt
eerst plaats na bedrijfsbezoek. De theoretische meting wordt geverifieerd aan de praktijk en/of be-
oogde werkplek.
Artikel 5. Loonkostensubsidie
Het dagelijks bestuur bepaalt de loonkostensubsidie nadat de loonwaarde is vastgesteld. De loonkos
tensubsidie bedraagt maximaal 70% van het wettelijk minimum loon voor de werkgever gedurende de
arbeidsperiode of zoveel korter als het dagelijks bestuur redelijk acht.
Artikel 6. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015. De nieuwe verordening gaat on-
middellijk werken voor alle situaties. Vanaf die datum geldt de verordeningsopdracht voor de gemeen-
teraad om regels in de verordening vast te stellen over het bepalen van de loonwaarde.
Artikel 7. Citeertitel
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Verordening loonkostensubsidie Participatiewet 2015
Pagina 6-6