Uiteraard moet die werkzaamheid voldoen aan het bepaalde bij of krachtens artikel 3 van deze
verordening en moet die werkzaamheid beschikbaar zijn. Het dagelijks bestuur is niet gehouden
te voldoen aan de wensen van een belanghebbende, maar moet deze wel in de beoordeling mee-
nemen. Draagt belanghebbende geen ideeen aan, dan legt het
dagelijks bestuur belanghebbende een lijst met keuzemogelijkheden voor van
maatschappelijk nuttige werkzaamheden die voorhanden zijn. Als belanghebbende geen voorkeur
kenbaar maakt of er geen keuzemogelijkheid is, legt het dagelijks bestuur een werkzaamheid op.
Het is immers aan het dagelijks bestuur, en niet aan een belang-hebbende, een tegenprestatie op
te dragen aan belanghebbende.
'maatschappeliike activiteiten door belanghebbende' Het dagelijks bestuur houdt er bij het
opdragen van de plicht tot tegenprestatie rekening met het eventuele gegeven dat een belang
hebbende al maatschappelijk actief is (TK 2013-2014, 33 801, nr. 24, p. 6). Indien een belangheb
bende al een maatschappelijke activiteit verricht, kan het dagelijks bestuur in bepaalde gevallen
besluiten deze maatschappelijke activiteit aan te merken als tegenprestatie. Ook kan de omstan-
digheid dat een belanghebbende maatschappelijke activiteit verricht, ertoe leiden dat hiermee re
kening wordt gehouden bij het vaststellen van de
tegenprestatie, met name de duur en de omvang van de tegenprestatie. Een voorbeeld van maat
schappelijke activiteiten zijn: de zorg voor een ouder of een gehandicapt kind. Het dagelijks be
stuur beoordeelt de maatschappelijke activiteiten en houdt daarbij rekening met de duur en om
vang.
Artikel 5. Duur en omvang van een tegenprestatie
Het dagelijks bestuur bepaalt aan de hand van de individuele omstandigheden en de voorhanden zijn-
de onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden, de aard, de duur en de omvang van de aan
een persoon op te leggen tegenprestatie. Hierbij moet het dagelijks
bestuur de in deze verordening neergelegde criteria in acht nemen. Artikel 5 van deze
verordening stelt voorwaarden ten aanzien van de duur en omvang van de tegenprestatie.
Individuele omstandigheden
Het dagelijks bestuur beoordeelt op basis van de individuele omstandigheden van een
belanghebbende de omvang en de duur van de tegenprestatie. De omvang van de werkzaamheden en
de duur in de tijd dienen in de regel beperkt te zijn. Dat betekent dat steeds een afweging wordt ge-
maakt op basis van de situatie in welke mate een tegenprestatie
verlangd kan worden (TK 2013-2014, 33 801, nr. 30).
Maximale duur tegenprestatie in dagen
Artikel 5, eerste lid, regelt dat de tegenprestatie wordt ingezet voor een maximale duur van twaalf
maanden. Uit het onderzoeksrapport "Voor wat hoort wat" blijkt dat bij ongeveer de helft van de ge-
meenten die de tegenprestatie uitvoeren de gemiddelde duur korter is dan een half jaar en bij iets
minder dan de helft is de gemiddelde duur meer dan een half jaar. Het is van belang dat de duur be
perkt is. Het opdragen van de tegenprestatie tot aan het einde van de uitkering is in ieder geval niet
beperkt in duur en in omvang.
Pagina 12-12
Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015