Is vanwege de afwezigheid van elke vorm van verwijtbaarheid afgezien van een verlaging of
heeft de gedraging in een zo ver verleden plaatsgevonden dat wordt afgezien van een
verlaging, dan is het ook niet mogelijk om bij toepassing van recidive deze gedragingen mee
te tellen. Is er om andere redenen van een verlaging afgezien dan is daarin geen reden gelegen
om de betreffende gedraging buiten beschouwing te laten in geval van recidive.
Afzien van uitvoering van een verlaging in verband met dringende redenen
In het tweede lid is geregeld dat kan worden afgezien van het opleggen van een verlaging als daarvoor
dringende redenen aanwezig zijn. De verordening stelt een algemene verplichting tot het opleggen van
een verlaging voorop. Uitzonderingen moeten echter mogelijk zijn als voor de belanghebbende onaan-
vaardbare consequenties zouden optreden. Uit het woord "dringend" blijkt dat er wel iets heel bijzonders
en uitzonderlijks aan de hand moet zijn, wil een afwijking van het algemene principe gerechtvaardigd zijn.
Wat dringende redenen zijn, is afhankelijk van de
concrete situatie en kan dus niet op voorhand worden vastgelegd. Er kan worden gedacht aan
enerzijds een mindere mate van verwijtbaarheid ten aanzien van de gedraging en anderzijds aan de finan-
ciele of sociale gevolgen voor belanghebbende en/of diens gezin.
Daarbij moet worden opgemerkt dat ernstige financiele gevolgen op zichzelf geen reden zijn om van een
verlaging af te zien, omdat dit inherent is aan het verlagen van een uitkering.
Afzien van uitvoering van verlaging is ook mogelijk bij geuniformeerde arbeidsverplichtingen
De wet schrijft bij overtrading van een geuniformeerde arbeidsverplichting een afstemming voor van
honderd procent van de bijstand gedurende een tot drie maanden. Op grond van artikel 18, tiende lid,
van de Participatiewet moet het dagelijks bestuur een op te leggen maatregel of een opgelegde maatre-
gel afstemmen op de omstandigheden van een belanghebbende en diens
mogelijkheden om middelen te verwerven. Dit als - volgens het dagelijks bestuur - dringende
redenen daartoe noodzaken, gelet op bijzondere omstandigheden. Op grond van bijzondere
omstandigheden kan worden besloten de maatregel op een lager niveau, voor een kortere duur of op nul
vast te stellen.
Schriftelijke mededeling in verband met recidive
Het doen van een schriftelijke mededeling in een beschikking dat het dagelijks bestuur afziet van het op
leggen van een verlaging wegens dringende redenen is van belang in verband met
eventuele recidive. Het opleggen van een verlaging bij recidive is geregeld in artikel 17.
Samenloop
Als sprake is van een gedraging die zowel schending van een arbeidsverplichting als schending van de
inlichtingenplicht oplevert, wordt geen verlaging opgelegd. In dat geval wordt een boete opgelegd. Dit
geregeld in artikel 16 van deze verordening.
Artikel 5. Schriftelijke waarschuwing
In dit artikel is geregeld dat kan worden volstaan met een schriftelijke waarschuwing in plaats van een
verlaging als het dagelijks bestuur daarvoor individuele bijzondere omstandigheden
aanwezig acht. Wat die bijzondere omstandigheden zijn, is afhankelijk van de concrete situatie in het indi
viduele geval en kan niet op voorhand in deze verordening worden vastgelegd.
Vast staat wel dat er sprake moet zijn van een vorm van verwijtbaarheid.
Afstemmingsverordening Participatiewet Bbz 2004, IOAW en IOAZ 2015 Pagina 14- 22