Hoofdstuk 2. Bescherming beslagvrije voet bij verrekening wegens recidive Artikel 2. Verrekenen met beslagvrije voet bij voldoende bezit 1. Indien het bezit van een belanghebbende tenminste driemaal de toepasseiijke bijstands- norm bedraagt, verrekent het dagelijks bestuur de recidiveboete zonder inachtneming van de beslagvrije voet. 2. De verrekening, bedoeld in het eerste lid, geschiedt gedurende een tijdvak van drie maanden vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd. 3. Indien de belanghebbende desgevraagd geen gegevens verstrekt over zijn bezit, verrekent het dagelijks bestuur de recidiveboete zonder inachtneming van de beslagvrije voet. Artikel 3. Verrekenen bij geen of onvoldoende bezit 1. Indien het bezit van een belanghebbende niet tenminste driemaal de toepasseiijke bijstandsnorm bedraagt, verrekent het dagelijks bestuur de recidiveboete gedurende een maand zonder inachtneming van de beslagvrije voet. De verrekening geschiedt vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd. 2. Aansluitend op verrekening als bedoeld in het eerste lid, verrekent het dagelijks bestuur de recidiveboete in de daarop volgende twee maanden op een dusdanige wijze dat belanghebbende blijft beschikken over een inkomen ter hoogte van 80% van de toepasseiijke bijstandsnorm. 3 Tot het inkomen, bedoeld in het tweede lid, worden ook middelen gerekend als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdelen n, r en z van de Participatiewet. Artikel 4. Verrekenen met inachtneming beslagvrije voet In afwijking van de artikelen 2 en 3 kan het dagelijks bestuur de recidiveboete met inachtneming van de beslagvrije voet verrekenen indien: a. aannemelijk is dat verrekening op de wijze, bedoeld in de artikelen 2 of 3, zou leiden tot huisuitzetting van belanghebbende en diens gezin; of b. anderszins sprake is van dringende redenen. Artikel 5. Eerder opgelegde bestuurlijke boetes De artikelen 2, 3 en 4 zijn van overeenkomstige toepassing op de verrekening van de bestuurlijke boe te, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, van de Participatiewet, indien en voor zover deze boete nog niet is betaald op het moment van verrekening van de recidiveboete. Pagina 2- 5 Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet 2015

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2014 | | pagina 255