hebben geschonden. Daar mag een duidelijk signaal tegenover staan. Anderzijds wordt
rekening gehouden met de zorgplicht van gemeenten i.e. de Dienst. Het voliedig buiten
werking stellen van de beslagvrije voet gedurende drie maanden kan kwalijke
maatschappelijke consequenties hebben. Dat moet voorkomen worden, omdat de regeling daarmee
zijn doel voorbij zou schieten.
Een belanghebbende kan inkomsten uit arbeid hebben die op grand van artikel 31, tweede lid, onder-
delen n, r of z, van de Participatiewet worden vrijgelaten voor de algemene bijstand. Bij verrekening
van een recidiveboete tot 80% van de bijstandsnorm, tellen deze inkomsten
echtergewoon mee. Het dagelijks bestuur laat deze inkomsten niet buiten beschouwing bij de
beoordeling van de vraag of een belanghebbende nog over voldoende inkomen beschikt. Dat is gere-
geld in het derde lid.
Artikel 4. Verrekenen met inachtneming beslagvrije voet
Hoewel het hier gaat om een herhaaldelijke schending van de inlichtingenplicht, zijn situaties denkbaar
waarin voiledige verrekening met de beslagvrije voet niet aanvaardbaar wordt
geacht. Die situaties komen aan de orde in artikel 4. Het gaat daarbij altijd om individuele
omstandigheden waaraan het dagelijks bestuur zal moeten toetsen.
In onderdeel a is geregeld dat het dagelijks bestuur kan besluiten in afwijking van de artikelen 2 en 3
toch de beslagvrije voet te respecteren wanneer voiledige verrekening waarschijnlijk leidt tot huisuit-
zetting van belanghebbende en diens gezin. Voorkomen moet worden dat een
belanghebbende door de voiledige verrekening op straat komt te staan, nu dit de problematiek alleen
maar verergert, met alle maatschappelijke kosten van dien.
Een dreigende huisuitzetting wordt in deze verordening gezien als een dusdanige dringende reden om
van verrekening met de beslagvrije voet af te zien. Dat volgt uit het woord
'anderszins' in onderdeel b. Ook bij aanwezigheid van andere dringende redenen dan een dreigende
huisuitzetting, kan het dagelijks bestuur rekening houden met de bescherming van de beslagvrije voet.
Van dringende redenen is niet snel sprake. Het gaat slechts om
incidentele gevallen, waarbij de behoeftige omstandigheden waarin de belanghebbende en diens ge-
zinsleden verkeren op geen enkele andere wijze te verhelpen zijn. Het enkele feit dat het belangheb
bende door de verrekening aan middelen ontbreekt om in het bestaan te voorzien, is op zich geen
voldoende voorwaarde om te kunnen spreken van dringende redenen.
Artikel 5. Eerder opgelegde bestuurlijke boetes
In artikel 60b, derde lid, van de Participatiewet is bepaald dat de bevoegdheid om te
verrekenen met de beslagvrije voet ook van toepassing is op eerder opgelegde bestuurlijke boetes
voor zover op het moment van verrekening van de recidiveboete, die eerdere boetes nog niet zijn be-
taald. Mocht het dagelijks bestuur die eerdere, nog openstaande boetes gaan verrekenen, dan regelt
artikel 5 dat de bepalingen in deze verordening van overeenkomstige toepassing zijn.
Artikel 6. Inwerkingtreding
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Pagina 6- 5
Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet 2015