exemplaar binnen tien werkdagen wordt verzonden aan het dagelijks bestuur van de Dienst SoZaWe. 4. Als de client tekent voor gezien, kan hij daarbij tevens aangeven wat de reden is waarom hij niet akkoord is. 5. Als de client van mening is dat hij in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening, geeft hij dit aan op het door hem ondertekende verslag. 6. Als de client het verslag niet binnen de in het derde lid genoemde termijn retour zendt aan het dagelijks bestuur, behoudens onvoorziene omstandigheden, wordt de client geacht zelf in zijn hulpvraag te hebben voorzien en wordt er geacht geen aanvraag te zijn ingediend. Artikel7. Aanvraag 1. Een aanvraag voor een maatwerkvoorziening kan pas worden gedaan nadat het onderzoek is uitgevoerd, tenzij het onderzoek niet is uitgevoerd binnen zes weken na de ontvangst van de melding. 2. Een client of zijn gemachtigde of vertegenwoordiger kan een aanvraag om een maat werkvoorziening schriftelijk indienen bij het dagelijks bestuur. Een aanvraag wordt ingediend door middel van een door het dagelijks bestuur vastgesteld aanvraagformulier. 3. Het dagelijks bestuur kan een ondertekend verslag van het gesprek aanmerken als aanvraag als de client dat op het verslag heeft aangegeven. 4. De client die een aanvraag doet voor een maatwerkvoorziening, verstrekt het dagelijks bestuur desgevraagd terstond een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht. Artikel 8. Advisering 1. Het college en het dagelijks bestuur zijn bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor het onderzoek, degene door of namens wie een melding of aanvraag is ingediend of bij gebruikelijke hulp diens relevante huisgenoten: a. op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college of dagelijks bestuur te bepalen plaats en tijdstip en hem te bevragen. b. op een door het college of dagelijks bestuur te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen deskundigen te doen bevragen en/of onderzoeken. 2. Het college of dagelijks bestuur kan een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen indien: a. het een melding of aanvraag betreft van een persoon die niet eerder een voorzienmg heeft gehad c.q. met wie niet eerder een gesprek als bedoeld in artikel 6 is gevoerd. b. het een melding of aanvraag betreft van een persoon die wel eerder een voorziening heeft ge had of een gesprek zoals bedoeld in artikel 5 heeft gevoerd, maar waarvan de medische om standigheden zodanig zijn veranderd dat die gewijzigde omstandigheden de noodzaak van een voorziening of de soort van voorziening kunnen bei'nvloeden. c. het college of dagelijks bestuur dat om andere redenen gewenst vindt. Pagina 5-36 Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Leeuwarderadeel 2015

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2014 | | pagina 267