betrokkene. De vorm van het onderzoek is vrij. In het eerste lid is verder benadrukt dat het gesprek met de client wordt gevoerd door deskundigen (namens het college). Het gesprek vindt zo mogelijk bij de client thuis plaats. Indien wo- ningaanpassingen nodig zijn, is dat zeker essentieel om de thuissituatie goed te kunnen beoordelen en doeltreffende oplossingen te vinden. In onderdeel b is als onderwerp van gesprek 'het gewenste resultaat van het verzoek om ondersteuning' opgenomen. Dit is belangrijk omdat in de woorden van de nota naar aanleiding van het verslag (Kamerstukken II 2013/14, 33 841, nr. 34, biz. 183) "de ultieme toetssteen of de maatschappe- lijke ondersteuning effectief is geweest, ligt in de beantwoording van de vraag of de client zelf vindt dat de verleende maatschappelijke ondersteuning heeft bijgedragen aan een verbetering van zijn zelf- redzaamheid of participatie. In het wetsvoorstel Wmo 2015 staat het bereiken van dit resultaat cen- traal". In het tweede lid is overeenkomstig artikel 2.3.2, vijfde lid, van de wet verankerd dat het college een door of namens de client ingediend persoonlijk plan betrekt bij het onderzoek. Het gesprek is hoofdregel en hoeft uiteraard niet plaats te vinden als dit niet nodig is (zie het vierde lid). Het kan bijvoorbeeld om een client gaan die al bekend is bij de gemeente of Dienst Sozawe en een eenvoudige 'vervolgvraag' heeft. Artikel 6. Verslag Deze bepaling is overeenkomstig artikel 2.3.2, vijfde lid, van de wet opgenomen. Het eerste lid borgt dat altijd verslag wordt opgemaakt. De invulling van deze verslagplicht is vormvrij. Hierbij kan worden voortgeborduurd op de praktijk van de Wmo. In de memorie van toelichting (Ka merstukken II 2013/14, 33 841, nr. 3, p. 32-33) staat dat de gemeente aan de client een weergave van de uitkomsten van het onderzoek verstrekt om hem in staat te stellen een aanvraag te doen voor een maatwerkvoorziening. Dat moet schriftelijk. Een goede weergave maakt het voor de Dienst SoZaWe inzichtelijk om een juiste beslissing te nemen te nemen op een aanvraag en draagt bij aan een inzichtelijke communicatie met de client. Uiteraard zal de weergave van de uitkomsten van het onderzoek varieren met de uitkomsten van het onderzoek. Zo zal de weergave van het onderzoek bijvoorbeeld beperkt kunnen zijn als de client van mening is goed geholpen te zijn en de uitkomst is dat geen aanvraag van een maatwerkvoorziening noodzakelijk is. Bij meer complexe onderzoeken zal uiteraard een uitgebreide weergave noodzakelijk zijn. Desgewenst kan de gemeente de schriftelijke weergave van de uitkomsten van het onderzoek ook gebruiken als een met de client overeengekomen plan (arrangement) voor het bevorderen van zijn zelfredzaamheid en participatie waarin de gemaakte afspraken en de verplichtingen die daaruit voortvloeien, zijn vastgelegd. Het is in dat geval passend dat het college en de client dit plan ondertekenen. Indien een persoonlijk plan is overhandigd, wordt dit plan ook opgenomen of toegevoegd aan het verslag. Soms kan een verslag al direct worden meegegeven, maar vaak zal dit toch nog moeten worden uitgewerkt en gaat daar een paar dagen overheen. Daarom begint het tweede lid met de zin- snede "Binnen een redelijke termijn na het gesprek". Het kan overigens ook zijn dat na een gesprek de client bijvoorbeeld nog onderzoekt wat er in zijn omgeving mogelijk is, Pagina 23-36 Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Leeuwarderadeel 2015

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2014 | | pagina 285