drukt in de memorie van toelichting op artikel 2.1.3, tweede lid, onder c, van de wet (Kamerstukken II 2013/14, 33 841, nr. 3) dat de kwaliteitseisen die zijn vervat in de artikelen 3.1 e.v. van de wet en die zich rechtstreeks tot aanbieders richten, daarbij uitgangspunt zijn. De eis dat een voorziening van goe- de kwaliteit wordt verleend, biedt veel ruimte voor de Dienst om in overleg met organisaties van clien- ten en aanbieders te werken aan kwaliteitsstandaarden voor de ondersteuning. In het eerste lid zijn een aantal voor de hand liggende kwaliteitseisen uitgewerkt. Het in het tweede lid genoemde jaarlijkse clientervaringsonderzoek is verplicht op grond van artikel 2.5.1, eerste lid, van de Wmo 2015. Artikel 17. Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden Het dagelijks bestuur kan de uitvoering van de wet, met uitzondering van de vaststelling van de rech- ten en plichten van de client, door aanbieders iaten verrichten (artikel 2.5.4, eerste lid, van de wet). Met het oog op gevallen waarin dit ten aanzien van een voorziening gebeurt, moeten bij verordening regels worden gesteld ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van een voorziening en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan (artikel 2.6.6, eerste lid, van de wet). Daarbij dient in ieder geval rekening gehouden te wor den met de deskundigheid van de beroepskrachten en de arbeids- voorwaarden. Om te voorkomen dat alleen gekeken wordt naar de laagste prijs voor de uitvoering worden in dit arti kel een aantal andere aspecten genoemd waarmee het dagelijks bestuur bij het vaststellen van tarieven (naast de prijs) rekening dient te houden. Hiermee wordt bereikt dat een be- ter beeld ontstaat van reele kostprijs voor de activiteiten die zij door aanbieders willen Iaten uitvoe- ren. Uitgangspunt is dat de aanbieder kundig personeel inzet tegen de arbeidsvoorwaarden die passen bij de vereiste vaardigheden. Hiervoor is ten minste een beeld nodig van de vereiste activiteiten en de arbeidsvoorwaarden die daarbij horen. Dit biedt een waarborg voor werknemers dat hun werkzaamheden aansluiten bij de daarvoor geldende arbeidsvoorwaarden. Artikel 18. Meldingsregeling calamiteiten en geweld In artikel 3.4, eerste lid, van de Wmo 2015 is bepaald dat de aanbieder bij de toezichthoudend ambte- naar, bedoeld in artikel 6.1 van de wet onverwijld melding doet van iedere calamiteit die bij de ver- strekking van een voorziening heeft plaatsgevonden en van geweld bij de verstrekking van een voorziening. In artikel 6.1 van de wet is bepaald dat het dagelijks bestuur perso- nen aanwijst die zijn belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de wet. In aanvulling op het bovenstaande wordt door het dagelijks bestuur een regeling wordt opgesteld over het doen van meldingen en dat de toezichthoudend ambtenaar deze meldingen onderzoekt en dagelijks bestuur adviseert over het voorkomen van verdere calamiteiten en het bestrijden van geweld. Overeenkomstig het vierde lid kan het dagelijks bestuur bij nadere regeling bepalen welke verdere eisen gelden voor het melden van calamiteiten en geweld bij de verstrekking van een voorziening. Pagina 32-36 Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Leeuwarderadeel 2015

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2014 | | pagina 294