Artikel 6
Wiize van heffing
De belastingen worden bij wege van aanslag geheven.
Artikel 7 Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen
worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de
maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de
laatste termijn twee maanden later.
2. In afwijking van het le lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van
automatische incasso van de bankrekening van de belastingplichtige kunnen worden
afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen.
De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de
dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een
maand later.
3. De Aigemene Termijnwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde
termijnen.
Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
1. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de
heffing en de invordering van de onroerende zaakbelastingen.
Artikel 9 Inwerkingtreding en citeerartikel
1. De "Verordening onroerende zaakbelastingen 2014" van 12 december 2013, wordt
ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing,
met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum
hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de
bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
4. Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening onroerende-zaakbeiastingen 2015".
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Leeuwarderadeel
in zijn openba/e vergadering van 33 november 2014,
de voorzi
de griffier,
(mw. mr./Gf.J. Olthof)
rs. J. R.A.