Wmo 'nieuw'
1Eind 2015 dient elke client geherindiceerd te zijn volgens de 'bouwsteenmethodiek'.
Op basis hiervan is ook de begroting opgemaakt. Op het moment van begroten heeft
een deel van de clienten nog een 'oude' indicatie. In de praktijk kunnen clienten anders
geherindiceerd worden dan waar in de begroting rekening mee wordt gehouden.
Tevens bestaat het risico dat een deel van de clienten nog niet geherindiceerd zijn per
(begin) 2016. Pgb indicaties, waarvan de herindicaties niet voor 1 oktober 2015
volledig zijn afgerond, worden verlengd tot 1 mei 2016. In de realisatie kunnen hierdoor
afwijkingen ontstaan.
2. De budgetten voor ambulante MOVO (Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang)
begeleiding gaan per 2016 naar de afzonderlijke gemeenten. Budgetten zijn
opgenomen op basis van de voorgenomen budgetafspraken, afgestemd in het hoofden
bedrijfsvoering overleg (SDF). Eventuele meerkosten van deze zorg zijn voor eigen
rekening (m.a.w. Leeuwarden past tekorten niet bij).
3. De inschatting van subsidies voor Veilig Thuis, de inloopfunctie GGZ en MEE zijn
gebaseerd op de subsidieafspraken 2015. In de realisatie kunnen afwijkingen
ontstaan.
4. De inschatting van baten zoals de Eigen bijdragen maatwerkvoorzieningen zijn
gebaseerd op een percentage van de ontvangsten 2014 en de realisatie 2015. Hierbij
is rekening gehouden met stapeling van zorg. In de realisatie kunnen afwijkingen
ontstaan.
5. Uitgaven aan extern advies nemen toe doordat de overheveling van Begeleiding naar
de Wmo en de materie inhoudelijk zeer complex te noemen zijn.
6. De nieuwe clienteninstroom zal gemdiceerd worden middels de
bouwstenenmethodiek. De bouwstenen zijn berekend op basis van de gemiddelde
historische kosten (input Vektis) van de regio's Noordwest en Noordoost Friesland. De
individuele gevallen zijn echter niet gemiddeld. Hierdoor kunnen er afwijkingen
ontstaan.
7. Zorgbehoevenden die nu niet in beeld zijn kunnen door een groter wordend netwerk
(van het gebiedsteam) wel in beeld komen. Dit brengt een kostenrisico met zich mee.
8. Door de transformatie in de zorg en in de tariefstelling van de zorg neemt het risico toe
dan zorgaanbieders 'omvallen'. Hierdoor kan er schaarste (een continui'teitsrisico)
ontstaan op de zorgmarkt.
9. In de raamovereenkomst nieuwe Wmo is ten aanzien van de bouwsteentarieven
flexibiliteit ingebouwd. Dit houdt in dat als er gegronde redenen zijn om de
bouwsteentarieven aan te passen hier in 2015 een mogelijkheid toe is geboden. Mocht
dit zich voordoen, dan heeft dit tevens effect op de kosten 2016. Of dit een positief of
een negatief effect zal hebben voor de afzonderlijke gemeenten is op voorhand niet in
te schatten.
10. Met betrekking tot de mantelzorg ondersteuning en het gebruik van het
maatwerkbudget mantelzorg gebiedsteams kan het zijn dat deze maatwerkbudgetten
mantelzorg in 2016 (nog) niet volledig ingezet worden voor oplossingen op maat aan
overbelaste mantelzorgers of mantelzorgers die overbelast dreigen te raken. Dit betreft
namelijk nieuw beleid waar de gebiedsteams nog ervaring mee moeten opbouwen.
Programma Jeugd
1De input van de begroting voor de onderdelen AWBZ Zorg in natura en GGZ eerste-
en tweedelijns zorg geschiedt vanuit externe bronnen (b.v. Vektis 2014) die de Dienst
niet kan controleren. In de realisatie kunnen afwijkingen ontstaan.
2. De input van de begroting voor de onderdelen AWBZ Persoonsgebonden Budget
geschiedt vanuit eigen systemen. In de realisatie kunnen echter wel afwijkingen
ontstaan.
3. De input van de begroting voor het onderdeel Jeugd en opvoedhulp geschiedt vanuit
de online zorguitvraag 2014 van BMC die de Dienst niet kan controleren. In de
realisatie kunnen afwijkingen ontstaan.
51
Concept Herziene Begroting 2016 versie 4, Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslan