7
Hoofdstuk 10: Financiele bepalingen
1Het algemeen bestuur stelt regels vast ter zake van het financieel belcid, het financiele beheer en de inrichting
van de financiele organisatie overeenkomstig hel bepaalde in artikel 212 Gemeentewet.
2. Het algemeen bestuur stelt regels vast voor de controle op het financiele beheer en op de inrichting van de
financiele organisatie. Het bepaalde in artikel 213 Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.
1. I let alucmeen bestuur stelt de hegroting vast in het iaar voorafaaande aan dat waarvoor zii dient. Het
dagelijks bestuur zendt de bcaroting binnen twee weken na vaststelling doch in ieder acval iaai-liiks-voor 1 mei
auausius van hel iaar iaar voorafaaande aan dat waarvoor de begroting dient aan gcdeputeerde statcn. Het
dageliiks bestuur zendt voor 15 april van het iaar voorafaaande aan dat waarvoor de begroting dient de algemene
financiele en beleidsmatiae kaders en een door het algemeen bestuur vastucstclde ontwerpbegroting alsmede de
komende kalenderjaar, vergezeld van een behoorlijke toelichting, toe aan de raden van de gemeenten.
2. I let dageliiks bestuur zendt de ontwerpbegroting acln weken voordat zii aan het algemeen bestuur wordt
aangeboden. onderscheidcnliik acht weken voordat zii wordt vastgesteld toe aan dc raden van de
deelnemende gemeenten. De ontwerpbegroting wordt door de zorg van de gemeenten voor een ieder ter
inzage gelegd en tegen betaling van de kosten algemeen vcrkrijgbaar gesteld. Artikel 190 2e en 3e lid van de
Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.
3. De raden van de deelnemende gemeenten zullen binnen acht weken na toezending van de
ontwerpbegroting het dagelijks bestuur door tussenkomst van de door die gemeenten aangewezen bestuursleden
van hun gevoelen doen blijken. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin de gevoelens van de raden
zijn vervat, bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
4. Het algemeen bestuur stelt de begroting zo nodig en mogelijk met verwerking van de zienswijzen van de
deelnemende gemeenten vast v66r of uiterlijk op 10 juli.
5. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor toezending voor 1 augustus van de vastgestelde begroting aan
gedeputeerde staten en aan de deelnemende gemeenten.
6. Het bepaalde in dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de besluiten tot wijziging van de begroting.
Artikel 23: Bijdragen van de gemeenten
1In de begroting wordt aangegeven welke bijdrage elke gemeente verschuldigd is voor de uitvoering van de
taken van de dienst. Op de gemeentelijke bijdrage wordt de vergoeding voor eventuele diensten van een
gemeente aan de dienst in mindering gebracht.
2. De kosten die de dienst aan de gemeenten toerekent, bestaan uit directe en indirecte kosten:
a. Directe kosten:
Deze kosten worden rechtstreeks toegerekend aan de gemeente waarvoor de kosten zijn gemaakt.
1Programmakosten: uitkeringskosten, kosten van leningen en andere verstrekkingen die voortvloeien
uit toepassing van wet en regelgeving, als bedoeld in art. 5, onder aftrek van ontvangsten uit
vorderingen.
2. Alle extra uitvoeringskosten van de dienst, die worden veroorzaakt door gemeentelijk beleid,
dat afwijkt van het algemene beleid van de dienst.
3. Alle extra kosten van de dienst, die voortvloeien uit een kennelijk ontoereikende uitvoering van wet
en regelgeving, als bedoeld in art. 5, in de periode voor de inwerkingtreding van de regeling.
b. Indirecte kosten:
Deze kosten betreffen de beheers- en apparaatskosten van de Dienst. De kosten worden op basis van de
volgende verdeelsleutel toegerekend aan de gemeenten:
1Uitvoeringskosten van de Wmo:
De uitvoeringskosten van de Wmo worden door de Dienst bepaald op basis van het aantal uren
uit het jaarwerkplan. Deze kosten worden voor 30% verrekend naar rato van het inwonertal en
70% naar rato van het aantal Wmo-clienten per gemeente.
Artikel 21: Financieel beleid, beheer en controle
Artikel 22: Begrotingsprocedure
Gemeenschappelijke regeling Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslan 20156